Maatschappelijke dynamiek

 

 

Het hiervoor geschetste beeld van Apollinische en Dionysische krachten kan ook dienen als metafoor voor de krachten achter de sociale en culturele ontwikkelingen in een samenleving. Enerzijds zijn er de opbouwende en bestendigende krachten, de vorming van structuren en instanties, en het vastleggen van ontwikkelingen in normen en wetten. Anderzijds zijn er de ontbindende en ordeverstorende krachten, de pogingen om het plamuur af te bikken en de barsten en scheuren open te werken. In dit krachtenspel kan een cultuur zich ontwikkelen. Wanneer de balans in het krachtenspel zoekraakt verstart een cultuur, of ze raakt op drift.

 

De beide polariteiten – drift en verstarring – liggen soms merkwaardig dicht bij elkaar. Een cultuur vervalt soms in extremen. Dat is bijvoorbeeld zichtbaar in politieke schokbewegingen ten tijde van de Franse revolutie en ten tijde van de Weimar republiek. Vrijheid en repressie volgden elkaar in een rap tempo op en de individuele mens wordt hierbij heen- en weer geslingerd tussen orde en ordeloosheid.

 

In de huidige tijd zien we een groeiende polarisatie, mede onder invloed van de sterk toegenomen individualisering. Het is reeds vaak gezegd, kerkelijke instanties hebben hun morele gezag verloren. Ook niet-kerkelijke instituten, zoals politieke partijen, verenigingen en maatschappelijke belangengroepen verliezen hun ijkende rol in maatschappelijke, morele kwesties.

De ijkende rol is gedeeltelijk overgenomen door de media en de commercie. Het resultaat is democratisering en individualisering van de moraal. Persoonlijke behoeften en ontwikkeling staan centraal. Ook is het niet langer gepast je met andermans zaken te bemoeien. Zolang die ander je maar geen schade berokkent. Taylor noemt de individuele maar dwangmatige zucht om authentiek te zijn ‘expressief individualisme’.[i]

De vrees bestaat dat de samenleving onder invloed van het individualisme desintegreert. De publieke ruimte dreigt te verworden tot een ruimte met een eindeloos plooibaar omhulsel waarbinnen de individuele behoeften centraal staan. De individuele behoeften prevaleren boven de eisen van de samenleving. De credit-debet balans tussen individu en samenleving schuift steeds verder op in de richting van vrijheid voor individuele zelfrealisatie.

 

De instanties die zich nog als hoeders voor de samenleving profileren – met als meest spraakmakende representant uiteraard de landelijke politiek – schuiven op in richting van de tegenoverliggende zijde van de polariteit. Men zoekt zijn toevlucht tot regels, wetten, canons, normen en waarden bij afspraak. Waar voorheen geopperd werd dat alles ‘moet kunnen’, wordt nu naarstig gezocht naar wat allemaal ‘kan moeten’.

 

Veel van het bovenstaande is te verklaren onder de noemer van Apollinische krachten. Vanzelfsprekend vallen hieronder de genoemde instanties, wetten en waarden bij afspraak. Maar ook het expressieve individualisme heeft iets Apollinisch. Namelijk het dwangmatige karakter ervan en het ontbreken van de keuzevrijheid. In het web van media en commercie is de bewegingsvrijheid van het zoeken naar authenticiteit ingeperkt. Werkelijk onbehuisde Dionysische krachten zouden korte metten maken met dit web. In de maatschappelijke dynamiek speelt namelijk nog iets anders mee, en wel het vermogen tot dispositie.


 

[i] Taylor (2003)