Gecodeerde waarden

 

 

Overal waar de samenleving gereguleerd wordt en waar men de opvoeding en scholing ter hand neemt, is Apollo aanwezig. Bij Apollo worden gedachten en ideeën geconcretiseerd. Bij Apollo verschijnen de vormen, de leefregels, de reinheidsvoorschriften, de verboden en de controle hierop omdat het anders een beestenboel wordt.

 

Zonder vorming geen heilzame ontwikkeling. Waarbij het woord ‘heilzaam’ verwijst naar een balans tussen individuele vrijheid en invoeging in de beperkte ruimte van de gemeenschap. Heilzaam heeft in dit verband geen verticale, transcendente betekenis, bijvoorbeeld vanuit de middeleeuwse, door God gegeven orde of zoals ‘de natuur’ het bedoeld heeft. Het heeft iets weg van wat Kunneman bij een interview in NRC-Handelsblad omschrijft als ‘horizontale transcendentie’.

Bij horizontale transcendentie erken je dat er een horizon van waarden is die individuele voorkeuren en persoonlijke belangen overstijgt, maar tegelijkertijd kan geen enkele persoon, groep of cultuur definitief bepalen wat die waarden inhouden. Je streeft naar leerzame wrijving daartussen, om te voorkomen dat een groep of traditie die transcendente horizon kan monopoliseren.[i]

 

In bovenstaande omschrijving veronderstelt het begrip ‘heilzaam’ een richting voor onze handel en wandel. Het heeft te maken met de oriëntatie die vervat is in de vragen met ‘van waaruit’ en ‘waartoe’. Waarbij meteen gezegd is dat vragen van deze aard weliswaar individueel beantwoord moeten worden, maar dat dit geen lukraak proces is. In dispositie kunnen we ons afstemmen op een individuontstijgende horizon.

In de ontledigde en ontvankelijke dispositie ligt de kern van de filosofische grondhouding. Hierin gloort het besef van heilzaamheid.

Een dergelijke houding vergt ‘niets’. Het vereist het afzien van een voortijdig grijpen naar iets. Kortom, het vereist uitstel, geduld, contemplatie, ongebondenheid en subtiliteit. En dus het opschorten van doelgerichtheid en efficiency, het tot zwijgen brengen van het inwendige gebabbel en afzetten van de troebele bril van overtuigingen, vooringenomenheid en zelfbeelden. In het onderwijs moeten we dan eerder denken aan vakken als gymnastiek, muziek en handvaardigheid dan aan waardeoverdracht of basiskennis ethiek.

 

Apollinische normen, leefregels, handelingsvoorschriften en ethische codes verschaffen de noodzakelijke bescherming van het kwetsbare individu tegen de hufterigheid van mede-individuen en een al te calculerende maatschappij. Tevens biedt het de fragiele organisatie van een menselijke samenleving bescherming tegen bandeloosheid en het recht van de sterkste.

Maar zonder het tegenspel van een Dionysische grondhouding vervallen gecodeerde waarden tot het prikkeldraad van de samenleving. En dan gaan ze tevens dienen als een comfortabele bestendiging van bestaande praktijken en structuren. Ze verworden tot wapens tegen onwelgevalligheid, ongerieflijkheid, persoonlijke irritatie en ongewenste bemoeienis. Het bijgaande morele besef verwordt dan tot een weerslag van de maatschappelijke ongenoegen-top-tien.


 

 

[i] Het filosofendebat: het onredelijke van de rede, NRC-Handelsblad, 24 maart 2007

Het heeft iets weg van een evolutionaire versie van de verticale transcendentie. In de evolutieleer (door natuurlijke selectie) ligt aan de ontwikkelingshorizon het concept ‘meest aangepaste ontwerp’. Geen enkel organisme heeft hieromtrent de wijsheid in pacht. Maar door de ‘ontwikkelingswrijving’ van de van individuele organismen en soorten krijgt het concept uiteindelijk wel gestalte.