>> Home <<

Plaatsbepaling

Het is even wennen. Volgens sommigen is de politieke correctheid is afgeschaft. Volgens anderen heeft het onfatsoen zijn intrede gedaan in de politiek. Tien jaar geleden haalden politici het niet in hun hoofd om met bepaalde bevolkingsgroepen de vloer aan te vegen – dat was niet kies, niet correct. Maar tegenwoordig wordt met het oog op islamitische medeburgers openlijk gevraagd: ‘Wat doen ze hier eigenlijk?’ Niemand kijkt er meer van op dat politici in hun partijprogramma oproepen tot ‘islambestrijding’. Volgens hen is de Koran ‘het Mein Kampf van een religie die beoogt anderen te elimineren’. De wijze waarop politieke tegenstanders worden neergezet, liegt er ook niet om: ‘Islamisering, cultuurrelativisme,haat tegen het Westen, afkeer van alles dat riekt naar patriottisme bepaalt de denkwijze van onze elites.’[1]

 

Het is even wennen dat er ineens beweerd wordt dat wij allen – ik, mijn buurman, onze buurt, het volk – misleid zijn door een linkse regentenkliek. Kennelijk zijn er ontwikkelingen in gang gebracht in ons vaderland die ik, mijn buurman, onze buurt, het volk helemaal niet wil. Vervolgens ratelt er een lijstje uit de bus waar standaard op voorkomen: het subsidiëren van massale moslimmigratie, islamisering van de samenleving, inpikken van uitkeringen door ‘lanterfantende moslimimmigranten’ (‘Henk en Ingrid betalen voor Ali en Fatima’), de bodemloze put van ontwikkelingshulp, welig tierende criminaliteit, cultuursubsidies en milieuterreur. Kennelijk zijn wij proefkonijnen geworden van ‘de multiculturele heilsstaat’.

De toonzetters noemen zichzelf rechts – iets wat tot voor kort een scheldwoord was. Ze staan voor een ‘radicale democratisering’. Ze willen ‘de macht teruggeven aan de burger’, zo klinkt het trompetgeschal.

 

Het is even wennen aan mensen die breed uitmeten dat ze slachtoffer zijn  van de gangbare politiek, die zichzelf vervolgens ‘patriotten’ noemen en die een schreeuwerige nadruk leggen op ‘de traditionele Joods-christelijke en humanistische waarden die van Nederland het succes hebben gemaakt dat het nu is’. Wat is dit voor een club? Wat willen ze? Een willekeurige greep uit het verkiezingsprogramma 2010-2015 De Agenda van Hoop en Optimisme: Invoering van een bindend referendum, gekozen burgermeesters en een gekozen minister president; geen dubbele nationaliteit, orde en recht; zwaarder straffen, zero tolerance en – scheiding der machten of niet – gekozen rechters en officieren van justitie; instandhouding van de verzorgingsstaat; AOW op 65 jaar; betaalbare zorg, maar wel versoberen geestelijke gezondheidszorg; 10.000 extra (paar?) handen aan het bed; degelijk onderwijs, taal, rekenen en vakinhoud centraal, ook de canon van de ‘heroïsche vaderlandse geschiedenis’; handhaving studiefinanciering; geen uitkeringen voor ‘mensen die slecht Nederlands spreken’; minder macht aan Europa; buitenlands beleid uitsluitend ten dienste van Nederlands belang; wel handel, maar geen hulp of steun, behalve aan landen die getroffen worden door de jihad, zoals Denemarken en Zwitserland; lagere belastingen; minder regels voor ondernemers, vrij baan voor onze mosselvissers (‘bij uitstek het symbool van oer-Hollands ondernemerschap, onze cultuur en traditie’); beter milieu maar geen klimaatbeleid; minder straatvuil en ‘vuilniszakken die je om de oren vliegen’, geen windmolens maar kernenergie; animal cops en 10.000 extra agenten op straat.

 

Veel issues passen in tien willekeurige andere verkiezingsprogramma’s. Het is allemaal niet zo verheffend en zeker niet origineel, op twee issues na – islam en criminaliteit. Ik heb de Agenda van Hoop en Optimisme nader bekeken op woordgebruik, met het volgende resultaat.

 

 

woord

aantal keren gebruikt

keihard

  4

hard

  2

zacht

  0

humaan (menselijk, menswaardig)

  0

strijd (bestrijden, bestrijding)

12

vrede

  2

oorlog (jihad)

  7

samen

  2

immigratie (massa-immigratie, immigrant)

17

islam (islamiet, islamitisch, islamiseren, moslim-)

48

christendom (christen, christelijk)

  2

jodendom (jood, joods)

  5

joods-christelijk

  3

misschien (wellicht)

  0

crisis

  7

criminaliteit (crimineel)

  4

straatterrorist

  2

straf (straffen, bestraffen, strafbaar)

19

opvang

  1

preventie (preventief)

  1

helpen

  1

ondersteunen, ondersteuning

  0

hulpverlener

  0

agent

  8

Israel

10

Uruzgan

  1

probleem (problemen)

14

kans (kansen, kansarm, kansrijk)

  1

elite (kliek)

12

volk

10

 

De toegepaste woorden getuigen niet bepaald van optimisme en hoop. Het is allemaal kommer en kwel in deze Agenda van Immigratie, Islamisering en Criminaliteit. De woorden ‘hoop’ en ‘optimisme’ worden in de tekst niet los gebruikt. In combinatie komen ze slechts twee keer voor: in de zin ‘Ons geluid is er een van hoop en optimisme’ en in een afsluitende zin ‘Dit is onze agenda van hoop en optimisme’. Verder niets. Behalve de terugkeer naar ‘het vertrouwde welvarende, gezellige en democratische Nederland’ van de jaren vijftig is er weinig wat hoopvol en optimistisch stemt. ‘Hoop en optimisme’ lijkt meer een positieve affirmatie waaronder een forse portie onbehagen, slachtofferschap, verwijt en laster schuilgaan.

 

Hoe moeten we deze club positioneren? Zijn ze rechts, zoals ze zelf beweren? Zijn ze extreem rechts – wellicht fascistisch? Het schreeuwerige, de voorgestane tweedeling (wij horen hier, maar wat doen zij hier?), de zondebok, de afkeer van intellectualisme – het wijst allemaal in die richting. De nadruk op de verzorgingsstaat was in het verleden trouwens een handelsmerk voor fascistische overheden, waarover verderop meer. Toch zegt mijn gevoel zegt dat we deze club – en onszelf – tekort doen, als we het daarbij laten. Die tweedeling zou ons eigen ongelijk bevestigen. Maar er is meer.

 

Laten we hen voorlopig maar de werknaam ‘Nieuw Rechts’ geven. Links en rechts – als ze al enige feitelijke betekenis hebben in het huidige politieke landschap – vormen twee gedeelten van een waaier aan politieke opvattingen. In de regel komen aan weerszijden van het spectrum zowel extremisten voor als gematigden. Niet echter volgens chroniqueur Martin Bosma: ‘Er bestaat helemaal geen rechts extremisme in Nederland’.[2]

 

Een blinde vlek van een rechts extremist die over zichzelf oordeelt? Een logische paradox zoals de uitspraak van de Kretenzer Epimenides: ‘Alle Kretenzers liegen altijd’? Of misschien een rechtse variant van de links radicale retoriek uit de jaren zestig, toen elke afwijkende mening al gauw ‘reactionair’ was? Hoe dan ook, Bosma’ uitspraak toont een eerste inkijkje in zijn geestelijke gesteldheid en die van zijn geestverwanten. Hier toont zich een zelfbeeld waarin men zichzelf ziet als het hart van de Nederlandse samenleving. Het gaat om mensen die hun eigen ideeën en overtuigingen zien als exemplarisch voor de ware Nederlander. Hier spreekt de vaderlandslievende patriot. Alles wat van dit centrum afwijkt, is links – hoe verder hoe linkser. Vanuit een dergelijk zelfbeeld geredeneerd heeft Bosma inderdaad gelijk: ‘centraal extremisme’ heeft geen betekenis. Je kunt niet Nederlandser zijn dan de ware Nederlander.

 

Het politieke onderscheid links/rechts is niet zo toepasselijk is op een beweging die de nadruk legt op vaderlandslievendheid. Het tentoongespreide egocentrisme moet in ieder geval aanvullend beschreven worden in termen van rechtschapenheid: De PVV is de Partij van de Rechtschapenen. Slechts rechtschapenen vormen het hart van de samenleving.

Maar ook dat dekt de lading van Nieuw Rechts niet volledig. Er zijn nog een aantal onderscheiden waarmee we haar op zijn minst zouden moeten karakteriseren, zoals ouderwets/vooruitstrevend of modernistisch/antimodernistisch, intellectueel/anti-intellectueel, realistisch/idealistisch of misschien wel  romantisch/verlicht, en natuurlijk nationalistisch/kosmopolitisch.

 

Een specifieke karakteristiek van Nieuw Rechts is het beroep dat ze doen op de waarheid. Voor de cultuurrelativist ligt de waarheid altijd ergens in dat laffe midden. Voor hem is nationale of culturele verheffing hooguit iets van het verleden. De rechtschapene daarentegen maakt aanspraak op de waarheid. Sterker nog, hij staat er zich op voor dat hij de waarheid spreekt en dat hij zich niet langer laat ‘muilkorven door religieuze instituten en conventies’. Wat hierbij de waarheidscriteria zijn is onduidelijk.  Of de waarheid nu wetenschappelijk is, politiek, ideologisch of retorisch – uiteindelijk het niet zoveel uit. Immers het volk – de goede verstaander volgens Nieuw Rechts – heeft genoeg aan een half woord.  ‘Wie tien minuten kijkt naar het tv-programma Opsporing Verzocht snapt meer over de relatie tussen massa-immigratie en criminaliteit dan de gemiddelde criminoloog.’[3]

 

Op basis van dergelijke criteria redeneert men verder. Hoe meer waarheidsgetrouw iemands uitlatingen zijn, hoe meer ruimte hij moet krijgen om die te uiten.

 

Zoals hierboven blijkt,  laat Nieuw Rechts zich evenmin veel gelegen aan de wetenschap. Men heeft er geen boodschap aan dat de criminaliteit in ons land de laatste jaren voortdurend vermindert en dat langer straffen de samenleving meer belastinggeld kost. De noodklok die door de overgrote meerderheid van de wetenschappelijke wereld wordt geluid vanwege wereldwijde klimaatproblemen wordt afgedaan als ‘klimaathysterie’. Daar komt nog bij dat het begrip ‘wetenschappelijke waarheid’ wordt gerelativeerd door te stellen dat de wetenschap in Nederland conformistisch is – ‘wiens brood men eet, diens woord men spreekt’. Wetenschapsbeoefening vindt plaats in een intolerante, links sfeer en er is nauwelijks plaats voor ondogmatisch intellectueel onderzoek.[4]

 

Soms zou je willen dat Nieuw Rechts de afschuw over cultuurrelativisme een beetje zouden inwisselen voor de verontwaardiging over wetenschappelijk relativisme.

Trouwens, vrijwel alles in Nederland is links – politie, defensie, ambtenarij, de rechterlijke macht, kerkelijk Nederland, de Anne Frankstichting, de media en de kunstensector. Het spreekt voor zich dat een politieke partij zich op glad en nogal populistisch ijs begeeft door het woord waarheid regelmatig in de mond te nemen, maar zich niet te bekommeren om de waarheidscriteria. Nietzsche gaf het ooit al aan: Nichts ist wahr, alles ist erlaubt als leidmotief wijst op het ontbreken van een culturele en geestelijke basis bestaat voor een gemeenschappelijke moraal.

 

Bijzonder toepasselijk acht ik een onderscheid vanuit de joods-christelijke traditie, namelijk tussen ‘strijdbaar’  en ‘barmhartig’. De aristocratische strengheid, hardheid en onverbiddelijkheid tegenover die verfoeide ‘zachte, welwillende, toegeeflijke, medelijdende gevoelens’. ‘Oog om oog, tand om tand’ tegenover ‘Heb uw vijanden lief’.

 

Barmhartige Samaritaan, nobele vreemde,

Je leefde in welstand met je dierbare idealen.

Eeuwenlang ben je bewierookt

Voor wat je de minste van onze broeders aandeed.

 

Hij heeft jou tot voorbeeld gesteld, ons aller Erbarmer.

Ondanks Zijn andere wang werd Hij gedood.

Zijn sterkste wapen was ‘heb je vijanden lief’.

Volgens Lenin het toonbeeld van een nuttige idioot.

 

Vervloekte Samaritaan, wat heb je ons op de hals gehaald?

De ellende van de wereld, het is niet onze zaak.

Onze moeders verweekten, onze vaders verslapten.

Jouw moraal heeft onze cultuur verziekt.

 

Een wolf in schaapskleren – hij maakt ons wat wijs.

Er is geen milieu, geen derde wereld, onnozele hals.

Met naastenliefde heeft de vijand zich getooid

En de onnozele voor zijn karretje gespannen.

 

Allah is gekomen. Hoor toch, onnozele hals.

Hij zal je onderwerpen, hij rammelt al aan de poort.

Men zegt dat hij dankzij jouw onschuld

Al onze dierbaren slaat en vermoordt.

 

Zet je schrap, onnozele. Hij breekt je ruggengraat.

Verdedig met hand en tand alles waar je voor staat,

Je joods-christelijke wortels. Het gaat om ons hachje.

Het gaat om ons dierbare, bloedeigen volk.

 

Laat liggen, kijk hem niet aan, die minste van hun broeders.

Hij heeft het op je vrijheid gemunt, de sluipmoordenaar.

Zijn gelaat is verachtelijk, zijn hulpgeroep wordt je fataal.

Barmhartigheid brengt ons allen in levensgevaar.

 

Wat Christus ons ooit voordeed, onnozele hals,

Is al lang door schade en schande achterhaald.

Nu wapent Zijn kruis ons westerse zelfbeeld,

Waar de naastenliefde zo erbarmelijk heeft gefaald.

 

Het is even wennen. Het lijkt wel een Umwertug aller Werte. Zoiets gaat niet vanzelf. Van nature neemt niemand extreme standpunten in. Dat gebeurt pas in reactie op een ander. Nieuw Rechts moet mijns inziens dan ook begrepen worden als een reactie op het Nieuw Links van 1968. Daar is Bosma het ook helemaal mee eens. Maar is het een realistische reactie op het idealisme van Nieuw Links? Of zijn er overeenkomsten tussen beide bewegingen, bijvoorbeeld dat men wacht op het grote ogenblik van de politieke oplossing? Hebben ze niet beide hun idealen en zijn ze niet beide romantici – ‘volks, ironisch en dweepziek, zelfingenomen en sociaal , vormbewust en vormvernieuwend’, zoals Safranski het omschrijft in Romantiek – Een Duitse Affaire? Ik huiver.

 

Ik heb behoefte aan een plaatsbepaling van Nieuw Rechts – een fenomeen dat meer is dan een vluchtig verschijnsel. Tijd voor een 'dialoog der valse munters'.



[1] Verkiezingsprogramma PVV 2010 – 2015, p33

 

[2] Bosma, De Schijn-élite van de Valse Munters (2010), p266

 

[3] Bosma (2010), p157

 

[4] Bosma (2010), p66

 

 

>> Home <<