>> Home <<

 

In voor- en tegenspoed

De theoretische studie naar het werkplekleren is afgerond met een duidelijke conclusie. Het informele werkplekleren laat zich vooral monitoren in een proces van reflectie en zelfreflectie. En de objecten waarop de reflectie zich op moet richten, zijn niets anders dan een beperkte set aan kerncompetenties. Zo! Die zit! Een kader is hiermee aangegeven.

 

De eerste start wordt komende week gemaakt met het inventariseren van best practices binnen ons instituut en de volgscholen. Problematischer zijn momenteel op de technische zaken. Zo blijkt er nog geen sprake te zijn van een koppeling tussen de elektronische leeromgeving en het studentenadministratiesysteem.

 

Schieten we nu al een beetje op of staan we nog stil? Een prachtige oratie is in mijn ogen die van Harald van Veghel, als lector Waardeneducatie, Filosofie en Ethiek benoemd aan de Fontys Hogeschool. 'Stilstand of vooruitgang' is de titel. Ik doe de oratietekst onrecht door een willekeurig citaat te lichten uit het verbonden geheel, maar alla.

'We willen ze [dingen die zich als van waarde aandienen] verzekeren door te zeggen waar ze goed voor zijn, maar we lopen het risico dat we zicht op hun waarde juist verliezen. In de doorrekening komt het meest waardevolle er juist vaak het slechtste vanaf'. Na het lezen van de oratietekst verbaast het mij niet dat de schrijver regelmatig de kant van 'stilstand' kiest en niet zozeer 'vooruitgang'.

 

Ongeveer twee uur geleden koos mijn trein daar ook voor. Ik was op weg naar Zwolle om in het kader van dit project nadere afspraken te maken met vertegenwoordigers van een van de volgscholen. Een ongeluk op een spoorwegovergang ergens tussen Hengelo en Almelo gooide roet in het eten. Stilstand en terugkeer.

 

Ook het project kent stilstand en terugkeer, soms op hinderlijke wijze. Nog steeds niet alle teams compleet. Agenda's zijn overvol, dus wanneer bijeen? Uitspraken en geschetste beelden in diverse overleggen blijken veel te rooskleurig. En ook stilstand uit eigen onvermogen. Irritatie is het gevolg.

 

Bij het herlezen van Van Veghel's tekst klaart de lucht enigszins op. Iedere gebeurtenis, doorgaans geduid in termen van voor- of tegenspoed, herbergt onverwachte mogelijkheden in zich. Een stilstaande trein is in eerste instantie een hinderlijke streep door mijn volgepropte agenda en mijn ego. Beide zwellen weer iets op wanneer collega's zeggen dat het toch wel een belangrijk project is. Ik zal ze laten zien dat ik deze klus wel even klaar.

Een trein van de NS heeft daar geen boodschap aan. 'Hoezo jij? Hoezo zal jij dat klusje wel even klaren? Doe je het soms alleen?', lijkt de tergend langzaam terugrijdende trein me in te fluisteren. 'Soms zit het mee (op tijd voor de aansluiting), soms zit het tegen (minimaal 60 minuten vertraging), zo gaat het nu eenmaal'

 

Stilstand betekent een streep door mijn particuliere levenshaast. Ook wanneer een enthousiaste collega geconfronteerd wordt met de werkelijke grenzen van het leven. Plots schemert dan ook bij mij de schaamte over de ingebeelde eigenmachtigheid door. Ik acteer bij de gratie van mijn omgeving, van mijn collega's. Alleen een team kan deze klus klaren. In voor- en tegenspoed.

 

Morgen ga ik naar Nijmegen, naar de andere volgschool. Met de trein. Kijken wat Vrouwe Fortuna voor mij dan weer in petto heeft.

 

PT, 9 februari 2006