>> Home <<

 

 

Spreadsheetgemoed

Wie is met wat bezig, waarom en met welk resultaat? Ik kan er soms geen touw aan vastknopen. Dat heeft overigens meer te maken met mijn eigen chaos dan met collega’s in de vorm van ongeleide projectielen; mijn eigen bevattingsvermogen schiet gewoon te kort. Maar gelukkig zijn er in deze moderne tijd digitale hulpmiddelen. Outlook als geheugensteuntje, een PDA als mentale rollator en mijn mobieltje als plaswekker.

 

Op dit moment sta ik vlak voor een rapportage aan de subsidiegever. Ik ben geneigd aan te geven dat ik niet precies weet wat we tot nu toe bereikt hebben. Ik weet het, zo’n eerlijkheid is niet zo handig. Want wat nu als we niet de duiten ontvangen waar ik al maanden rekening mee houd. Het is niet zo verwonderlijk dat ik in deze projectfase krampachtig streef naar overzicht. Een kramp die zich al aandiende vlak voor het Paasweekend. Ik heb me opgesloten in mijn studeerkamer. Koortsachtig poog ik, als een cartograaf, de activiteiten en resultaten binnen het project in beeld te brengen. Nu heb ik het resultaat voor me op het beeldscherm: een spreadsheet met een fraaie kolom cijfers, enkele staafdiagrammen en alles in kleur. Het ziet er werkelijk heel fraai uit.

 

Zo vlak voor de Paasdagen verdwijnt de spanning een beetje uit mijn lijf. Zo nu en dan kijk ik even naar het overzicht en dan voel ik weer een esthetische verrukking. Als ik dat zo van een afstand zie, zonder op de getallen te letten, dan lijkt het alsof we in ons project toch wel wat gedaan hebben. Zoiets lijkt me goed te verkopen.

Is dit nou hetzelfde spreadsheetgevoel waarvan ik geregeld managers beticht? Ook zij hebben op hun beeldscherm overzichtelijke hokjes en gekleurde blokjes. Of er enige relatie is met de realiteit, is maar de vraag.

 

De ervaring leert dat die bezwerende werking van zo’n spreadsheet vaak niets zegt, maar eerder de voorbode is van nervositeit op de werkvloer. De esthetiek van regelmatige groepen cijfers en gekleurde diagrammen blijkt immers dikwijls te resulteren in alarmfase één op de werkvloer.

 

Tien tegen een dat ook mijn spreadsheet niet correleert met de realiteit. Ach wat zou het? Met Pasen hecht ik aan een onverstoord gemoed. Vannacht kan ik in ieder geval lekker slapen. Overmorgen hoef ik pas weer aan de bak: onze eerste thema-inloopmiddag voor praktijkdocenten. Komt allen! Uw afwezigheid kan slechts één doel dienen. Dan blijven er ruim genoeg borrels over om de achterliggende werkelijkheid nog even voor me uit te drinken.

 

PT, 19 april 2006