>> Home <<

 

 

In verwachting

Soms voel ik me net een spermatozoïde, eentje tussen miljoenen anderen. Allemaal wezentjes die zo dolgraag vruchtbaar willen zijn. Tijdens het voorspel zitten we wat te dollen met elkaar en flauwe bakken te vertellen over van dattum. Het wachten is op het moment suprème. En dan plotseling verandert het gezellig samenzijn in een ratrace, een wilde run naar succes. Overleg en bezinning zijn dan ineens fataal geworden.

Zo is het ook binnen mijn schoolorganisatie hollen of stilstaan. Een tijdlang gebeurt er niets en zijn we de ongekroonde meesters van het overleg, de schema's en de strategieën. Maar wanneer de handen uit de mouwen gaan, berg je dan maar. Creatieve diarree spat in het rond. S.v.p. niet storen, ik ben in de roes van creatie. Ik ga wat neerzetten, publiciteit ligt in het verschiet.

 

Hollen of stilstaan, werkelijk interessant zijn ze niet. Noch de schitterende vergezichten tijdens overleggen, noch de onstuitbare impuls van drukdoenerij. Als de kruitdampen opgetrokken zijn, zal wel blijken wat werkelijk de moeite waard is geweest. Wat vaak resteert is een beetje eenvoudig tastbaar resultaat, een beetje gemak en een beetje ongemak. Het optrekken van die damp duurt echter wel een poosje, net zoals een zwangerschap ook meer tijd in beslag neemt dan het nummertje.

 

De ontwikkeling van een project lijkt een beetje op een conceptie. Eerst dwarrel ik vrijblijvend rond achter de tekentafel. Het projectplan is een mentale exercitie met enkele interessante vergezichten betreffende innovatie en een paar zwaarwichtige overwegingen rondom leren in de toekomst. Doorslaggevend om de projectfinanciering veilig te stellen is niet het realisme, maar de retoriek. De projectbegroting heeft onmiskenbaar een god-zegen-de-greep gehalte. ‘Goed plan, moet je doen. Het zou mooi zijn als we dat kunnen realiseren’, aldus collega’s. ‘Zoiets zet ons op de kaart’, aldus de stuurgroep. En ik voel me een beetje vruchtbaar worden. En dan begint het gedonder.

 

Het project waar ik mee bezig ben, betreft de ontwikkeling van een elektronische portal voor de beroepspraktijkvorming (BPV). De eerste versie is ingericht en er is een pilot van start gegaan. Het gebruikelijke fronzen van de collegiale wenkbrauwen maakt plaats voor de eerste voorzichtige complimentjes, al snappen ze nauwelijks hoe het werkt.

Zelf heb ik zo mijn twijfels. Zeker, ik schets een mooi beeld van de voortgang en de stuurgroep is tevreden. Goed georganiseerd, alles binnen de tijd en een heuse online stoplichtrapportage. Maar er gaapt een grote kloof, niet alleen tussen plannen en uitvoering, maar ook tussen een project en de uiteindelijke praktijk. Binnen een project is iedereen wel enthousiast; daarom heb ik uitgerekend hen ook als projectleden uitgenodigd. Maar laten we eens over drie jaar terugkijken naar dit project. Is er dan nog iemand die van deze portal gebruik maakt? Ik heb er een hard hoofd in.

 

Slechts een klein deel van de ICT-projecten in het onderwijs slaagt werkelijk – in die zin dat het opgeleverde projectresultaat na drie jaar een blijvende innovatie heeft opgeleverd. Er zijn talloze spermatozoïden nodig voor een conceptie en dan is het nog afwachten of het geesteskind van dat ene zaadje voldragen en levensvatbaar zal zijn.

 

19 oktober 2006 

 

 

>> Home <<