>> Home <<

 

 

Het monster Trotteldrom

Verslag van de ICT-conferentie voor de BVE-sector, Veldhoven, 22/23 maart 2000

 

 

De lente kondigt zich vrij abrupt aan. Onder en boven de grond komt de natuur tot leven. Zo’n 1500 Trotten trotseren de stralende voorjaarszon en drommen samen in een voormalig klooster in de buurt van de Lichtstad. Met zijn allen drommen we eendrachtig samen rond het spreekgestoelte van misschien wel de eendrachtigste Trot ter plekke, minister van onderwijs Hermans. “De kwaliteit van ons onderwijs is in het geding. Verzin een list. Je kunt een reis naar Amerika winnen.” De termen ‘voorsprong’, ‘kansen grijpen’, ‘dynamisch’ en ‘zo snel mogelijk’ zijn niet van de lucht. “Zou het niet fantastisch zijn wanneer iedere leerling Trot kan zeggen dat het fijn is om naar school te gaan. Omdat daar computers zijn. Een school met de nieuwste IC-technologie heeft een heel andere uitstraling dan het aloude klaslokaal met het schoolbord en de natte regenjassen op de gang.” Alle Trotten knorren instemmend. “Maar onderwijs is niet alleen infrastructuur. Het zijn ook de contents.” Ja, de contents, knorren de Trotten. De techniek dicteert, maar het gaat om de contents.

 

Key-note Trot Paul Elsner van de Amerikaanse League for Innovation tracht het vuurtje nog wat aan te wakkeren. The New Learning  … the best way to success … we must invent the future, knor knor … new knowledge economy … we are doing well, but we are loosing market.” Sommige Trotten beginnen onrustig te wiebelen en te schuiven op hun stoel. “Internet based economy … tumultuous time … economic prosperity and competition.” Of iets dergelijks, want er is niet veel te verstaan van dit monotone key-note geknor. Trotten worden onrustig. Ze beginnen weg te lopen. Er komen stromen op gang in de krochten en gewelven van het voormalige klooster. Voort moeten we gaan want de tijd dringt. “The future is now”, wordt ons nog nageslingerd.

 

Er hangt iets in de lucht, dat is onmiskenbaar. De Trotten kennen dit voorgevoel. Eendrachtig drommen ze samen rond andere voorlijke Trotten. Kijk, daar staat er een Trot van ROC Utrecht te oreren: “Hoe scholen we docenten met weinig ICT-ervaring? Veel van onze pogingen waren niet succesvol. Tenminste wanneer je ‘succes’ definieert als een toename van het ICT gebruik in de dagelijkse lespraktijk. Neem nou de voorloper die de kar gaat trekken. Je weet wel, een enthousiasteling in de docentenwerkplaats, die een olievlekwerking moet verzorgen onder collega’s. Werkt dus niet. Hoe enthousiaster de voorloper, des te afwachtender de collega’s. Het ambitieniveau van de voorloper overtreft het beheersingsniveau van de collega’s verre. En die collega Trotten schieten dan in de stress: moeten we dat allemaal kunnen?” Instemmend geknor. Hier spreekt een voorlijke Trot die beseft dat het primaire proces soms verandert met de snelheid van een naaktslak. Hoe krijgen we iedereen voorlijk en eendrachtig? “Basistrainingen zoals het Europees digitaal rijbewijs leiden tot ‘knoppengerichtheid’. Moet iedereen de bulk van het ECDL verorberen om in beweging te komen? Dat werkt ook niet.” Eendrachtig mee eens. Driewerf knor. Onze instructieboekjes staan zo ver verwijderd van de dagelijkse onderwijspraktijk. En dan zijn ze ook nog het prototype van een achterhaald doe-maar-na curriculum. “Is Powerpoint slechts een substituut voor de traditionele consumptieve onderwijsvormen? Nee Trotten, betrek digibetische collega Trotten in zinvolle onderwijsleersituaties, zoals je dat met je leerling Trotten ook doet. Pas probleem oplossende leerstrategieën toe en gooi die stijve ECDL boekjes toch opzij. Niet de bulk voor iedereen maar een driving license op maat. Niet elke rijlesleerling hoeft een vrachtwagen te besturen.”

 

De woorden sterven weg want de toehoorders moeten voort. Tijdens deze toespraak zijn er al weer 100.000 web-pages bijgekomen en mijn Pentium 120 is weer verder verouderd. Trotten moeten voort, anders dreigt er wat. Twee Trotten van ROC Midden-Brabant betonen zich bijzonder voorlijk. Met acht Europese partnerscholen hebben ze het project Eurindependent opgezet. Uitgangspunten: Life-ling learning, zelfstandig leren en het toepassen van ICT-middelen. De Eurindependent web-site biedt mogelijkheden voor communicatie, verspreiding van informatie, assessment en evaluatie. Standaard-modulen gebaseerd op eindtermen bieden een raamwerk waar alle scholen in hun eigen situatie gebruik van kunnen maken. Van Finland, waar ook veel voorlijke Trotten wonen tot Italië. Oostenrijk doet ook mee. De modulen bevatten kennis en informatie van vier vakgebieden.

Is het de lunch die ik mis? Of klinkt er geknor omdat we verder moeten, eendrachtig voorwaarts, altijd maar onderweg naar een tijdelijke voorsprong?

 

Zittend, staand, knorrend en instemmend knikkend verorberen de Trotten de werklunch. Voort gaat het in de voormalige kloosterkrochten. De tijd dringt. Er hangt onheil in de verbouwde ruimten. De oorspronkelijke contemplatieve atmosfeer is vakkundig weggetimmerd achter de verlaagde plafonds. Snelheid is geboden, we raken achter. In een zaaltje toont een bedrijfs-Trot aan de samengedromde Trotten een teleleerplatform. Een elektronische leeromgeving voor leerstof en toetsen, organisatie en beheer van het leerproces, en natuurlijk communicatie. Er zijn een aantal professionele teleleerplatforms op de markt, zoals Lotus Learning Space, TopClass, WebCT en Blackboard. De keuze voor zo’n multi-inzetbare database is het begin van een lang en ingrijpend veranderingsproces. Het doel is vooral het aanbieden en aansturen van onderwijs op afstand. “Let wel, je hebt jaren nodig om een en ander goed uit te werken en op te zetten. Elke ‘error’-melding is frustrerend maar bovenal moet de docent-Trot overschakelen op een totaal andere rol, namelijk die van coach.”

 

Maar wij Trotten, wij kunnen niet leven van dat ene klopje op onze schouder wanneer er eens iets wel goed gaat. Wij voorlijke Trotten leven in de moderne tijd waarin de wetenschap zich heeft bevrijd van normatieve en esthetische waarden. Op vergelijkbare wijze dienen wij het onderwijs aan opgroeiende Trotten los te koppelen van de inerte ballast van attituden, normen en waarden. Onderwijs van morgen richt zich op kennis en informatie, die in digitale vorm snel en flexibel toegediend en verorberd kan worden. Onderwijs als fast-food. Zonder harde korstjes. Of misschien toch niet? Biedt de elektronische leeromgeving wellicht juist meer mogelijkheden voor zwaardere kost? Projectmatig werken en groepsopdrachten. De Trotten knorren. Ja, dat mogen we niet uit het oog verliezen. Een oostelijke Trot (ROC Oost-Nederland): “De meer geďnteresseerde deelnemer krijgt met een leeromgeving als Learning Space betere mogelijkheden dan in de traditionele les. En de anderen nemen we gewoon wat meer bij de hand. Dit is een goed alternatief voor orde houden tot mijn pensioen.”

 

Het Da Vinci College heeft een EduLab ingericht, een multimediale ontwikkelstudio met een jaarlijkse personele begroting van een slordige zes ton. De verantwoordelijke Trot daagt de andere samengedromde Trotten uit. “Hoe kan zo’n investering zijn bestaansrecht bewijzen? Wat is de core-business van zo’n select groepje voorlijke schaal 11-Trotten?” Antwoorden her en der. Al knorrend komen de verzamelde Trotten tot de slotsom wat de belangrijkste taak is: “De beďnvloeding van het primaire proces. Het in beweging krijgen van haar uitvoerders.Alles wordt overhoop gehaald, de wildste ontwikkelingen van life long learning tot teleleren. Maar het primaire proces blijft op een afstand argwanend toekijken.” De techniek holt onstuitbaar en vrijwel onbeheersbaar vooruit. De voorlijkste Trotten en de hobbyisten trachten bij te houden wat er nog bij te houden valt. En het primaire proces staat eigenlijk nog steeds voor de startlijn. Hoe kunnen we daar het startschot nog wat luider laten klinken? Een gelikt CD-rommetje brengt nauwelijks iets in beweging en een kant en klare elektronische leeromgeving schrikt af. Dan hollen ze weg. Hoeveel mogen we investeren? Wat is het break even point van de technologische inspanning? “Het Nieuwe Leren heeft geen break even point”, sneert een Trot.

 

Alle voorlijke Trotten verdrommen zich eendrachtig rond het avondbuffet. Al is het geen hoofdzaak, Trotten kunnen genieten. Even in de avondzon op de binnenplaats. Een lekker bordje aardbeienbavarois of een muziekje aan de bar. De nacht breekt aan en met onheil in de lucht kruipen de Trotten eendrachtig diep onder de dekens.

Wie lopen daar in het donker? Twee Trotten. Met ieder een rugzakje op, dat is te zien. Op weg naar een convent van minderbroeders en –zusters misschien? Met een kopje thee aan de keukentafel komen de twee verwarde Trotten op verhaal. De waan van de dag wijkt in het licht van belangrijker levensvraagstukken en de geschiedenis. Is het Fransiscus van Assisi, die geduldig en goedlachs toehoort wanneer de Trotten hun beklag doen? Of is het Tom Poes? Bevinden we ons wellicht in Bommelstein? “Waar gaat het naar toe? Is het een ontaarde hype of staan we werkelijk oog in oog met een zodenkerende ploeg die het onderwijsveld drie spaden diep gaat omwoelen, begrijpt u wel? God beware! Ik bedoel, wat drijft ons voort? Wat brengt de dag van morgen? Het dreigt, snapt u? Welterusten, met uw welnemen.

 

In de stralende ochtendzon vervoegen de twee Trotten zich weer bij de anderen. In de Koningshof krioelt het weer als ware er geen nachtelijke rust geweest. Trotten verdrommen zich rond hun meest voorlijke soortgenoten. Sommigen rennen naar de technische voorhoede. Windows 2000, multi-language, Intellimirror, Slipstreaming Service Packs. Zelfs de meest voorlijke Trotten staren gebiologeerd naar het scherm. Ze knorren niet meer, ze snorren, ze zoemen, ze piepen. Een enkele Trot poogt de gladgestreken plooien terug te kreuken. Valt Microsoft niet een beetje erg door de mand met zijn Active Directory Structure? Is het niet een goedkope en onhandige kopie van Novell’s NetWare Directory Structure? “Nee, er wordt niet langer gewerkt met domeinen en trusts. In plaats daarvan krijgen we te maken met trusts en domeinen.” ”Pardon, wilt u dat uitleggen? “Ja, u moet het zo zien dat we nog wel met domeinen werken maar dan heel anders. En die trusts, eh, die zijn er ook nog wel, maar dan heeeeel anders. Daarom dus, begrijpt u@microsoft.com?” Windows 2000 server werkt met ‘trees’ en ‘forests’. Daar houden Trotten van. Frisse lucht, het ruisen der bomen. Maar nu niet! Geknor. Het dreigt als nooit tevoren. Een computer is op dit moment al in drie jaar afgeschreven. Draadloze netwerken maken de net aangelegde bekabeling overbodig, zeker die uitpuilende goten vol standaard dubbele bekabeling. En toch hebben we nog steeds geen ICT-didactiek. Techniek in volle spurt vooruit, maar didactiek tastend in het duister. Powerpoint versie tig, maar het huiswerk op het schoolbord. Een ICT-beleidsnota naast een onderwijsbeleidsnota is als mosterd naast de maaltijd.

 

Dan, plots breekt het tumult los. “Heb jij Windows 2000 al? Kun jij al met jouw mobieltje op het Internet? Een virtuele leeromgeving graag, maakt niet uit wat, en vlug een beetje! Noteer: morgen moet 25% van onze deelnemers on-line zijn, nee, maak er 50% van. Heb je dat?” De Trotten verdrommen zich allen eendrachtig. De meest voorlijken vooraan, de achterlijken drommen zich tegen hen aan. Zo vormen ze een lange voortdravende stoet, een vliegensvlugge processie, in de gladgestuukte kloostergaanderijen. Het tumult van wel duizendmaal geknor zwelt aan tot een oorverdovende intensiteit. Daar … daar is het monster Trotteldrom, die reusachtige zodenkerende ploeg, die alle beleidsplannen versnippert, die strategie vervangt door de waan van het moment, die alle voornemens achter- en onderuit haalt. Help … Tom Poes, verzin een list! … Help ……

 

Een chaos is achter gebleven, een chaos aan bekertjes, lege stands, CD-hoesjes, netwerkkabels en omvergelopen overhead projectoren. De Koningshof is verlaten. De stilte na de storm.

Verslagen doen de Trotten verslag op Bommelstein. “Tja”, zegt Tom Poes. “De geschiedenis leert nu eenmaal dat iedere nieuwe uitvinding gepaard gaat met de begoocheling van de techniek. Dan gaat de fantasie op de loop. Momenteel houdt de IC-technologie de voorlijke Trotten in zijn betoverende greep. Ze verliezen een beetje het contact met de realiteit. Het begrip voor de werkelijke bruikbaarheid komt pas later, wanneer jullie uit de roes ontwaakt zijn. Tot die tijd maken jullie, voorlijke Trotten, jezelf wijs dat je moet voorthollen. Dat je alsmaar door moet innoveren, dat je de techniek moet bijhouden. Tot die tijd leiden jullie een beetje aan verstandsverbijstering. The future is now, je gaat het zowaar nog geloven ook. Jullie investeren in Voorsprong. Maar wie heeft er nou eigenlijk voorsprong op wie? Je houdt je alleen nog maar bezig met zoiets onduidelijks als de toekomst. Je vergeet het heden. Natuurlijk kent het Nieuwe Leren geen break even point. Want het Nieuwe Leren is niets concreets, het is een hersenspinsel van al te voorlijke Trotten.

De Trotten knorren besmuikt. Voorlijke Trotten hebben aan een half woord genoeg. “Dus wanneer wij daar en masse in geloven, begrijpen wij dat goed, vormen wijzelf, tezamen, het monster? Het monster Trotteldrom ontstaat, met welnemen, uit ons eigen voorlijke en eendrachtige samengedrom?” zegt een van de voorlijkste Trotten besmuikt.

 

 

'Het m-monster,' sprak hij met dunne stem. 'Ik bedoel: Trotten! Het monster bestaat uit Trotten, bedoel ik, als je begrijpt wat ik bedoel! Hoe kan dat?'

[...]

'Wij begrijpen het niet,' sprak de voorste bekommerd. 'De meerderheid hier heeft ontdekt, dat wij zelf het monster zijn. Hoe kan dat? Wij zijn een voorgeraakt volk, een­drachtig en eensgezind. En nu dit! Hoe komen we zo gek?'

'Hm,' zei Tom Poes. 'Dat komt door al die eendracht, denk ik. Een menigte wordt altijd een monster ...'

[...]

 
Maarten Toonder, Het monster Trotteldrom, 1964

 

De omstanders zijn reeds aan de slag gegaan, voorlijk als ze zijn. Ze trachten de mosterd in hun maaltijd te mikken. Een onderwijsbeleidsnota waarin ICT weer gewoon een hoofdstuk is. En ICT-didactiek, ja, dat gaat het worden! Sommigen trachten heel ambitieus hun ambitieniveau wat omlaag te brengen. ‘Investeren in Voorsprong’ wordt ‘Bezinning op het Heden’. Het flitsende gaat er een beetje vanaf. Het nieuwe Open Leercentrum is niet langer een blinkend eindproduct maar een startpunt vanwaar uit men zijn didactiek gaat aanpassen. Geen complete transformaties maar kleine stappen innovatie. Tja, en sommige Trotten zijn zo vreselijk moe geworden van hun voorlijkheid dat ze gewoon achterlijk zijn geworden: “Mij krijgen ze zo gek niet meer”. 

PT

 

 

>> Home <<