4.2        Vragen tot besluit

 

1. Wat verstaan we gezamenlijk onder ethiek?
 
  Mogelijke antwoorden zijn:
Een wetenschap die zich onder meer bezighoudt met het beschrijven van waarden, normen, probleemsituaties en mogelijke denkrichtingen (descriptieve ethiek) en het onderzoek naar praktische oordeelsvorming (normatieve ethiek). Het doel van ethiek is niet om mensen een goed karakter aan te kweken. Het gaat erom een begrip te geven van basisprincipes en strategieën die gebruikt kunnen worden in een discussie over morele kwesties.
Ethiek is een competentie, het is een menselijke (kern)kwaliteit. Beslissend is de houding en het gedrag in belangrijke ethische kwesties. Doel van een ethisch project is bij te dragen aan een attitudeverandering onder betrokkenen.
 
2. We kunnen ons op diverse terreinen inlaten met morele kwesties. Waar moeten we ons binnen een ROC in het kader van ethiek op richten?
 
  Mogelijke antwoorden zijn:
Het ROC speelt een belangrijke rol in de regionale samenleving waar het de scholing van jonge burgers betreft. Algemene ethiek achten we een essentieel onderdeel van het curriculum.
Het ROC speelt een belangrijke rol in de regionale samenleving waar het de scholing van aspirant beroepsbeoefenaren geldt. Beroepsethiek achten we een essentieel onderdeel van het curriculum.
Het ROC vormt een kleine samenleving op zich. In de onderlinge omgang tussen deelnemers, personeel en management, in de handelswijze en gedragingen binnen de organisatie dient ethiek een aandachtspunt te zijn.
We moeten ons beperken tot een ethische benadering van actuele problemen, zoals sommige sociale uitwassen binnen het ROC. Denk hierbij aan radicalisering of interculturele conflicten.

 
In het verlengde hiervan liggen de volgende twee vragen.
 
3. Op wie richten we ons primair? Wat is de doelgroep van het ethische project? Deelnemers, docenten, managers, teams, de organisatie?
 
4. Welke veranderingen verwachten we van het ethische project?

 
Vervolgens, ethiek wordt geacht niet zomaar uit de lucht te komen vallen op het bordje van een ROC. Maatschappelijke en levensbeschouwelijke kwesties zijn in het verleden ook reeds ter sprake gekomen.
 
5. Om welke redenen hebben we de in vraag 4 genoemde veranderingen in het recente verleden niet kunnen realiseren?
 
6. Wat is de relatie van het beoogde ethische project met lopende projecten, processen en/of aanpak, en die uit het verleden?
Denk hierbij met name aan de algemeen vormende vakken als Persoonlijke Maatschappelijke Vorming, Maatschappelijke Culturele Vorming en maatschappijleer.

 
Ethiek expliciet introduceren en mogelijkerwijs ook beoefenen binnen je organisatie is geen sinecure. Hulp van partners en adviseurs is wenselijk.
 
7. Waar zijn goede partners en/of adviseurs te vinden? Is samenwerking met andere ROC’s nodig en voldoende?

 
Ten slotte nog twee belangrijke kernvragen.
 
8. In morele kwesties, bij oordelen vanuit het concept goed/kwaad is het gebruikelijk om terug te grijpen op een algemeen aanvaard referentiekader. Willen wij ons ook baseren op zo’n kader en zo ja, welk kader?
 
  Mogelijke antwoorden op deze vraag zijn:
 
Nee, wij gaan uit van een ethisch relativisme. Wij hechten niet zozeer aan algemeen geldende, universele principes. Wij stellen centraal dat ieder subject het handelen moet richten naar de eigen waarden. Voor alles is het van belang dat de betrokkene reflexieve en kritische vermogens heeft of aangereikt krijgt om eigen gronden te vinden voor redelijke morele overtuigingen.
Ja, wij gaan uit van een aantal algemene grondbeginselen, zoals die verwoord zijn in de verklaringen van de rechten van de mens en in de Verlichtingsidealen.
Wij leggen de nadruk op de christelijke cultuur van het Westen. Wij ontlenen ons referentiekader uit een aantal christelijke basisprincipes, zoals de naastenliefde.
 
9. Waar dient een instituut aan te voldoen wanneer het zich inlaat met ethiek?
Is ethiek ons inziens verplichtend? Hoe voorkomen we een vrijblijvende flirt met ethiek? Hoe waarborgen we met onze voorbeeldfunctie? Hoe voorkomen we dat  we onszelf te kijk zetten met onze pretenties, met een ethisch reveil?