Terug naar >> |
Home << |
In 1968 werd het in de Verenigde Staten steeds
onrustiger. De rassenonlusten breiden zich uit vooral na de moord op Martin
Luther King, de Vietnamoorlog escaleerde en bracht grote massa’s anti-oorlog
demonstranten op de been, de populaire presidentskandidaat Bobby Kennedy werd
vermoord. |
‘In Woodstock stonden de openlucht concerten in schril contrast tot het verhardende nationale klimaat. Ze ademden een vrolijke en heilzame sfeer uit – mede dankzij de pastorale omgeving – terwijl de kinderen er rondliepen, de bezoekers joints met elkaar rookten en zich lekker uitstrekten op kleden in de ondergaande zon. Sinds 1967 werden openlucht concerten gehouden bij de Peter Pan Farm, een landgoed aan de slingerende Glasco Turnpike weg tussen Woodstock en Saugerties.’ |
|
Op de Peter Pan Farm vatte de toen 24-jarige Lang het
plan op om zich weer met muziek, bands en optredens bezig te houden. Hij
onderzocht tevens de mogelijkheid van een opnamestudio in Woodstock. Een
vriend attendeerde hem op een jonge vent die in de muziek-business werkte, de
2 jaar oudere Artie Kornfeld. Michael zocht Artie op in het kantoor van
Capitol Records. Kornfeld werkte hier onder meer met Carole King en Neil
Sedaka. Het toeval wilde dat hij ook zijn jeugd had doorgebracht in
Bensonhurst, Brooklyn. |
‘Michael en ik hadden meteen affiniteit tot elkaar. We spraken over de buurt van onze jeugd, we rookten een joint en het proefde beter dan alles wat ik daarvoor ooit had gerookt. Ik werd als het ware verliefd op Michael omdat we elkaar intellectueel heel nabij stonden. Bovendien waren we allebei prettig gestoord. Op een heel hoog level waren we met elkaar verbonden.’ |
|
‘Toen ik voor het eerst Artie’s kantoor binnenliep
met de gouden platen aan de muur, verwachtte ik een veel zakelijker persoon.
Maar in plaats daarvan zat Artie met zijn benen over elkaar op tafel. […] |
|
Voor hun grootse plannen hadden Lang en Kornfeld investeerders
nodig. Een kennis van Artie, de advocaat Miles Lourie, kende een tweetal
jonge durfkapitalisten die mogelijk geïnteresseerd zouden zijn. Bij John
Roberts en Joel Rosenman, die kantoor hielden op de New Yorkse East 58th
Street, vonden Lang en Kornfeld een gewillig oor. Ten behoeve van de financiering
van de plannen hebben ze gezamenlijk Woodstock Ventures opgericht. Een
belangrijk deel van het geld was afkomstig uit het voormalige familiekapitaal
van John Roberts. |
‘Toen we hen ontmoetten, beseften we dat we afkomstig waren uit volslagen verschillende werelden. De vermogende John Roberts had op 21-jarige leeftijd een miljoen geërfd van uit de nalatenschap van zijn overleden moeder, afkomstig uit een farmaceutisch imperium, en hij zou nog meer ontvangen. Joel [Rosenman], zoon van een orthodontist uit Long Island, was onlangs afgestudeerd aan de Yale School of Laws. Samen hadden ze een investeringsmaatschappij opgezet, genaamd Challenge International.’ |
|
De zoektocht naar een geschikte festivallocatie leidde
de organisatoren eerst naar Saugerties. |
‘Spoedig na nieuwjaar stuitten we bij toeval op Winston Farm, dicht bij Saugerties. Een perfecte locatie – meer dan 70 hectare heuvelachtig terrein, vlakbij de New York State 87 Thruway. De eigenaar was Mr. Schaller, de centrale figuur van Schaller & Weber Vleeswaren, beroemd vanwege hun Duitse worsten. Schaller gebruikte dit landgoed voor de jacht en zo nu en dan als weekendverblijf. Na enkele overleggen met zijn beheerder leek het erop dat Schaller er wel oren naar had om het terrein te verhuren.’ |
Michael Lang, organisator Woodstock ’69 (2009, B28) |
Eind maart 1969 liepen de onderhandelingen over het
terrein bij Winston Farm vast. Schaller wilde het niet meer verhuren, mede
omdat het gemeentebestuur van Woodstock bezwaren maakte tegen een groot
festival. Ondertussen was de datum van het muziekfestival vastgesteld en
waren de eerste artiesten geboekt: Creedence Clearwater Revival, Jefferson Airplane,
Canned Heat, Crosby Stills & Nash, Joe Cocker, Mountain en
Van Morrison. |
Tal van betaalde stafmedewerkers werden aangesteld om het kale
terrein om te toveren tot een landelijk festivalterrein en voor de verdere
organisatie. |
‘Na een luidruchtige bijeenkomst van de
gemeenteraad, werd het besluit genomen om het Woodstock festival dat al meer
dan 50.000 tickets had verkocht, daadwerkelijk uit Wallkill te weren. |
|
‘STOP DE AUTO! Ik schreeuwde, terwijl ik nauwelijks mijn ogen durfde te geloven. Het was het terrein van mijn dromen – waar ik van meet af aan van gedroomd had. Dat we Wallkill moesten verlaten om uiteindelijk hier aan te belanden in Bethel – het ‘Huis van God’ – was een geluk bij een ongeluk. Ik stapte de auto uit en liep een perfecte groene vallei in. De verhoging op het laagste gedeelte was de uitgelezen plek voor ons podium. Mel, Ticia en ik wisselden elkaar verwonderde blikken uit.’ |
|
Meteen namen ze contact op met de betreffende
landeigenaar, de melkveehouder Max Yasgur. |
‘Yasgur bleek allesbehalve een eenkennige heikneuter te zijn. Hij stond voor zijn zaak. Hij was een gewiekste zakenman, maar hij stond ook sympathiek tegenover de uitdagingen van de jonge organisatoren. Hij sloot een huurovereenkomst voor het veld en belendende percelen voor hun muziekfestival’ |
|
‘Een ambitieus pop rock festival verplaatst zich 50
mijl naar het westen in de hoop dat het een warmer onthaald zal worden dan de
ontvangst die het ten deel viel in Wallkill (Orange County) waar de vijandige
sfeer noopte tot een zoektocht naar een andere plek. |
|
Over Max Yasgur:
‘Hij geloofde dat ze het recht hadden om zich op hun eigen manier uit te drukken. Hij geloofde dat zij de volgende generatie waren met de mogelijkheid om te zijner tijd het roer over te nemen en het land ten goede te besturen. Hij had beslist niets met hen gemeen. Hij was een hard werkende man van 49 jaar oud. Hij had zijn hele leven op de boerderij geleefd en lange dagen gemaakt. Hij had een gezin. Op dat moment had hij geen idee van hun leefstijl van waaruit dit gebeuren ontstond en al helemaal niet van hun muziek, maar dat maakte voor hem geen enkel verschil. Hij was diep overtuigd van het recht van mensen om zichzelf uit te drukken, in die geest geloofde hij dat mensen het recht hadden dit in vrijheid te kunnen doen.’ |
|
‘Zijn overwegingen waren zowel financieel als idealistisch van aard. Naar verluidt kreeg hij $75.000 betaald voor het gebruik van 240 hectare land. Verhalen over het exacte bedrag lopen uiteen. Maar daarnaast had hij ook een onorthodoxe instelling. Politiek gezien was hij een conservatief en een voorstander van de Vietnamoorlog. Tegelijkertijd was hij een overtuigd aanhanger van de vrijheid van meningsuiting (zelfs wanneer mensen er een heel andere levensstijl en andere meningen op nahielden dan hijzelf). Ooit heeft hij in de New York Times opgemerkt dat “indien de generatiekloof gedicht moet worden, wij oudere mensen ons meer moeten inspannen dan we tot nu toe gedaan hebben”.’ |
|
Vorige << |