Terug naar >>

Alles en nog wat <<

Home <<

 

Voorbereiding en organisatie

In 1968 werd het in de Verenigde Staten steeds onrustiger. De rassenonlusten breiden zich uit vooral na de moord op Martin Luther King, de Vietnamoorlog escaleerde en bracht grote massa’s anti-oorlog demonstranten op de been, de populaire presidentskandidaat Bobby Kennedy werd vermoord.
 

In Woodstock stonden de openlucht concerten in schril contrast tot het verhardende nationale klimaat. Ze ademden een vrolijke en heilzame sfeer uit – mede dankzij de pastorale omgeving – terwijl de kinderen er rondliepen, de bezoekers joints met elkaar rookten en zich lekker uitstrekten op kleden in de ondergaande zon. Sinds 1967 werden openlucht concerten gehouden bij de Peter Pan Farm, een landgoed aan de slingerende Glasco Turnpike weg tussen Woodstock en Saugerties.


Michael Lang, organisator Woodstock ’69 (2009, B28)

 

Op de Peter Pan Farm vatte de toen 24-jarige Lang het plan op om zich weer met muziek, bands en optredens bezig te houden. Hij onderzocht tevens de mogelijkheid van een opnamestudio in Woodstock. Een vriend attendeerde hem op een jonge vent die in de muziek-business werkte, de 2 jaar oudere Artie Kornfeld. Michael zocht Artie op in het kantoor van Capitol Records. Kornfeld werkte hier onder meer met Carole King en Neil Sedaka. Het toeval wilde dat hij ook zijn jeugd had doorgebracht in Bensonhurst, Brooklyn.
 

Michael en ik hadden meteen affiniteit tot elkaar. We spraken over de buurt van onze jeugd, we rookten een joint en het proefde beter dan alles wat ik daarvoor ooit had gerookt. Ik werd als het ware verliefd op Michael omdat we elkaar intellectueel heel nabij stonden. Bovendien waren we allebei prettig gestoord. Op een heel hoog level waren we met elkaar verbonden.

 
Artie Kornfeld, mede-organisator Woodstock ’69, in Lang (2009, B28)

 

Toen ik voor het eerst Artie’s kantoor binnenliep met de gouden platen aan de muur, verwachtte ik een veel zakelijker persoon. Maar in plaats daarvan zat Artie met zijn benen over elkaar op tafel. […]
Ik vertelde Artie over de openlucht concerten in Woodstock. Gedurende enkele weken bespraken we  de mogelijkheid om dergelijke optredens te ouden in de vorm van een zomerse concertserie. En toen ontwikkelde zich op een middag tijdens een van onze mijmeringen het plan voor een festival: “Laten we echt iets groots opzetten. Laat veel volk bijeenkomen voor een festival in de openlucht met de mogelijkheid om te kamperen!” In zijn enthousiasme werd Artie een belangrijke promotor van het idee. We bespraken ook de mogelijkheid van een studio met verblijfsfaciliteiten op het Tapooz-landgoed bij Yerry Hill Road, en ook dat idee sprak hem erg aan. We besloten om beide plannen te gaan realiseren.

 
Michael Lang, organisator Woodstock ’69 (2009, B28)

 

Voor hun grootse plannen hadden Lang en Kornfeld investeerders nodig. Een kennis van Artie, de advocaat Miles Lourie, kende een tweetal jonge durfkapitalisten die mogelijk geïnteresseerd zouden zijn. Bij John Roberts en Joel Rosenman, die kantoor hielden op de New Yorkse East 58th Street, vonden Lang en Kornfeld een gewillig oor. Ten behoeve van de financiering van de plannen hebben ze gezamenlijk Woodstock Ventures opgericht. Een belangrijk deel van het geld was afkomstig uit het voormalige familiekapitaal van John Roberts.
 

Toen we hen ontmoetten, beseften we dat we afkomstig waren uit volslagen verschillende werelden. De vermogende John Roberts had op 21-jarige leeftijd een miljoen geërfd van uit de nalatenschap van zijn overleden moeder, afkomstig uit een farmaceutisch imperium, en hij zou nog meer ontvangen. Joel [Rosenman], zoon van een orthodontist uit Long Island, was onlangs afgestudeerd aan de Yale School of Laws. Samen hadden ze een investeringsmaatschappij opgezet, genaamd Challenge International.

 
Michael Lang, organisator Woodstock ’69 (2009, B28)

 

De zoektocht naar een geschikte festivallocatie leidde de organisatoren eerst naar Saugerties.
 

Spoedig na nieuwjaar stuitten we bij toeval op Winston Farm, dicht bij Saugerties. Een perfecte locatie – meer dan 70 hectare heuvelachtig terrein, vlakbij de New York State 87 Thruway. De eigenaar was Mr. Schaller, de centrale figuur van Schaller & Weber Vleeswaren, beroemd vanwege hun Duitse worsten. Schaller gebruikte dit landgoed voor de jacht en zo nu en dan als weekendverblijf. Na enkele overleggen met zijn beheerder leek het erop dat Schaller er wel oren naar had om het terrein te verhuren.

 

Michael Lang, organisator Woodstock ’69 (2009, B28)

 

Eind maart 1969 liepen de onderhandelingen over het terrein bij Winston Farm vast. Schaller wilde het niet meer verhuren, mede omdat het gemeentebestuur van Woodstock bezwaren maakte tegen een groot festival. Ondertussen was de datum van het muziekfestival vastgesteld en waren de eerste artiesten geboekt: Creedence Clearwater Revival, Jefferson Airplane, Canned Heat, Crosby Stills & Nash, Joe Cocker, Mountain en Van Morrison.
Begin april nam de organisatie een optie op het Mills Industrial Park – niet bepaald een idyllisch plekje, maar een kaal en platgewalst, voormalig bedrijventerrein in Wallkill.

 

Tal van betaalde stafmedewerkers werden aangesteld om het kale terrein om te toveren tot een landelijk festivalterrein en voor de verdere organisatie.
Gaandeweg verslechterde de verhouding met de gemeente Wallkill. Bezorgde inwoners hadden het Concerned Citizens Committee opgericht. In plaats van drie dagen peace and music vreesde men voor chaos, losbandigheid, de grote menigte bezoekers, gevaar voor de gezondheid en de publieke orde. Een langdurige periode van overleg, papierwerk, juridisch touwtrekken, pogingen tot verzoening, sabotage (tot en met doodsbedreigingen) culmineerde in een speciale Wallkill raadsvergadering op 15 juli.
 

Na een luidruchtige bijeenkomst van de gemeenteraad, werd het besluit genomen om het Woodstock festival dat al meer dan 50.000 tickets had verkocht, daadwerkelijk uit Wallkill te weren.
Maar het verdrijven van de Woodstock Music and Art Fair uit het kleine dorp in de staat New Yorks was slechts de top van de ijsberg. Gedurende de maanden van voorbereiding van het iconische festival, waren de organisatoren voortdurend in een felle strijd met lokalen die de stekker uit het evenement wilden trekken – en in reactie hierop hielden de organisatoren en zelf ook duistere praktijken op na door lokale wetten te negeren, en ze maakten vele vijanden met het bagatelliseren van de logistiek van het driedaagse evenement dat uiteindelijk meer dan 400.000 bezoekers trok.

 
Erin Blakemore (2019, B7)

 

STOP DE AUTO! Ik schreeuwde, terwijl ik nauwelijks mijn ogen durfde te geloven. Het was het terrein van mijn dromen – waar ik van meet af aan van gedroomd had. Dat we Wallkill moesten verlaten om uiteindelijk hier aan te belanden in Bethel – het ‘Huis van God’ – was een geluk bij een ongeluk. Ik stapte de auto uit en liep een perfecte groene vallei in. De verhoging op het laagste gedeelte was de uitgelezen plek voor ons podium. Mel, Ticia en ik wisselden elkaar verwonderde blikken uit.

 
Michael Lang, organisator Woodstock ’69 (2009, B28)

 

Meteen namen ze contact op met de betreffende landeigenaar, de melkveehouder Max Yasgur.
 

Yasgur bleek allesbehalve een eenkennige heikneuter te zijn. Hij stond voor zijn zaak. Hij was een gewiekste zakenman, maar hij stond ook sympathiek tegenover de uitdagingen van de jonge organisatoren. Hij sloot een huurovereenkomst voor het veld en belendende percelen voor hun muziekfestival

 
Peter Aaron (2019, B2)

 

Een ambitieus pop rock festival verplaatst zich 50 mijl naar het westen in de hoop dat het een warmer onthaald zal worden dan de ontvangst die het ten deel viel in Wallkill (Orange County) waar de vijandige sfeer noopte tot een zoektocht naar een andere plek.
De nieuwe plek van het “Woodstock Art and Music Fair” festival zal Bethel zijn, 10 mijl ten westen van Monticello, in Sullivan County.
Onder de artiesten die 200.000 bezoekers verdeeld over drie dagen moeten trekken bevinden zich Joan Baez, Janis Joplin, Ravi Shankar, the Jefferson Airplane en Blood, Sweat and Tears. Een groep lokale mensen uit Bethel en omgeving hebben Woodstock Ventures benaderd, de sponsor van het evenement, in een poging om het festival daar te krijgen.
Terwijl er al 60.000 tickets zijn verkocht, was Woodstock Ventures gisteren druk in de weer om de verandering van plek te publiceren en de mensen die per post kaarten hebben gekocht te informeren.
De zoektocht naar een nieuwe locatie begon een week geleden toen de gemeente Wallkill (gelegen in de buurt van Middletown) het definitieve voorstel ter realisatie van het festival op ene privaat terrein aldaar had verworpen. Veel mensen in Wallkill stonden niet welwillend tegenover de komst van het festival, aangezien zij meenden dat de gemeente onmogelijk kan voorzien in de benodigde veiligheid, de hoeveelheid sanitair en de verkeersmogelijkheden.

 
Richard F. Shepard, New York Times, 23 juli 1969,
ruim 3 weken voor aanvang van het festival
in Evans (2009, B14)

 

Over Max Yasgur:

Hij geloofde dat ze het recht hadden om zich op hun eigen manier uit te drukken. Hij geloofde dat zij de volgende generatie waren met de mogelijkheid om te zijner tijd het roer over te nemen en het land ten goede te besturen. Hij had beslist niets met hen gemeen. Hij was een hard werkende man van 49 jaar oud. Hij had zijn hele leven op de boerderij geleefd en lange dagen gemaakt. Hij had een gezin. Op dat moment had hij geen idee van hun leefstijl van waaruit dit gebeuren ontstond en al helemaal niet van hun muziek, maar dat maakte voor hem geen enkel verschil. Hij was diep overtuigd van het recht van mensen om zichzelf uit te drukken, in die geest geloofde hij dat mensen het recht hadden dit in vrijheid te kunnen doen.

 
Sam Yasgur over zijn vader Max
in Evans (2009, B14)

 

Zijn overwegingen waren zowel financieel als idealistisch van aard. Naar verluidt kreeg hij $75.000 betaald voor het gebruik van 240 hectare land. Verhalen over het exacte bedrag lopen uiteen. Maar daarnaast had hij ook een onorthodoxe instelling. Politiek gezien was hij een conservatief en een voorstander van de Vietnamoorlog. Tegelijkertijd was hij een overtuigd aanhanger van de vrijheid van meningsuiting (zelfs wanneer mensen er een heel andere levensstijl en andere meningen op nahielden dan hijzelf). Ooit heeft hij in de New York Times opgemerkt dat “indien de generatiekloof gedicht moet worden, wij oudere mensen ons meer moeten inspannen dan we tot nu toe gedaan hebben”.

 
Ray Cavanaugh (2019, B11)

 

Vorige <<

>> Volgende