Terug naar >>

Alles en nog wat <<

Home <<

 

Tweede reflectie – Woodstock na al die jaren


Bobbi Kelly en Nick Ercoline bij zonsopgang op 17 augustus 1969. Gefotografeerd door Burk Uzzle. De hoes van de oude dubbel-LP Woodstock


Bobbi Kelly en Nick 50 jaar later (France24,
bron)

 

Je kunt je eenvoudigweg niet voorstellen dat het geen onderdeel van ons leven zou uitmaken. Het maakt deel uit van wie we zijn. Elke dag zie ik de foto van ons beiden als 20-jarigen. In zich draagt de foto een getuigenis van een heel moeilijke tijd in ons land. Er was zoveel verdeeldheid – rassenrellen, moordaanslagen, de Vietnamoorlog – in ons land was zoveel verdeeldheid. Maar muziek betekende toen de geest van gezamenlijkheid. In die geest kwamen we bijeen en dat is de reden waarom het zo vreedzaam was. […]
Het lijkt alsof we vergeten zijn wat er een halve eeuw geleden plaatsvond. Je verwacht nog steeds dat muziek een jonge generatie kan inspireren om te protesteren, want muziek kan zo krachtig zijn. Maar wat ik vandaag de dag hoor is dat muziek niet langer over waarden gaat, maar over geld
.’


Bobbi Kelly, in Le Masurier (2019, B29)

 

Het festival was niet bepaald een succes voor de lokale bevolking. Zo was het stadje Sullivan in een verschrikkelijke staat achtergelaten met overal afval en achtergelaten auto’s. Nadat de festivalgangers vetrokken waren, moest het arme stadje duizenden en nog eens duizenden dollars spenderen om alles op te ruimen. Sommige boeren moesten drie of zelfs vijf dagen melkproductie weggooien, aangezien de vrachtwagens er niet doorheen konden. Kortom, in de omgeving keek men niet enthousiast terug op het festival. […]
In 1969 hadden we het allemaal over vrije liefde en leven in communes; mensen waren niet monogaam. Maar aan het einde van het liedje zijn we het tegenovergestelde. Destijds waren vriend en vriendin. Twee jaar later zijn we getrouwd. En nu, 50 jaar later hebben we nog steeds plezier met elkaar.


Nick Ercoline, in Le Masurier (2019, B29)

  


Woodstock Festival, Bethel 1969 (Foto: B14)

  

‘Op Woodstock was ik getuige van een gezamenlijk avontuur van iets dat tot op de dag van vandaag relevant is. Toen de Berlijnse Muur neer werd gehaald, was Woodstock aanwezig, Toen Mandela werd vrijgelaten, was Woodstock aanwezig. Toen we de millenniumwisseling vierden, was Woodstock aanwezig. Woodstock is elke dag aanwezig.


Carlos Santana, artiest op Woodstock ‘69, in Lang (2009, B28)

 

‘… dat er een oorzakelijke relatie bestaat tussen de ideeën die progressieve intellectuelen hebben verdedigd en in de praktijk gebracht en elke rampzalige sociale ontwikkeling die zich de afgelopen veertig jaar heeft voorgedaan. Zij zagen de maatschappij als zo onrechtvaardig dat niets ervan het waard was bewaard te blijven. En ze dachten dat al het menselijk ongeluk voortvloeide uit de willekeurige en kunstmatige belemmeringen die de maatschappij oplegde aan de bevrediging van begeerten. Ze waren zo verblind door hun visioen van volmaaktheid, dat ze de mogelijkheid van ontaarding niet konden zien. […]
Elk progressief recept verergerde het probleem dat het zogenaamd wilde oplossen. Maar iedere progressieve intellectueel moest die overduidelijke conclusie ontkennen, of zijn wereldbeschouwing  opgeven. En wat schiet een intellectueel ermee op als hij een eenvoudig feit erkent en daarmee zijn wereldbeschouwing kwijtraakt? Liever laat hij miljoenen lijden dan dat hij zijn gevoel van eigen gelijk en morele superioriteit opgeeft.


Theodore Dalrymple (2001, B13)

 

Die jongeren op zoek naar nieuwe spirituele waarden waren enorme sukkels. Ik heb nooit geloofd in het gemeenschapsgevoel waarover de hippies het hebben. Ik ben ervan overtuigd dat het in werkelijkheid nooit heeft bestaan. De beweging was veeleer een poging om de sociale en familiale kluisters te breken, wat overigens uitstekend is gelukt. Maar alle romantiseringen van de beweging ten spijt, arme hippies hebben nooit bestaan.’


Michel Houellebecq, in Messeman & De Moor (1999, B31)

  


Bethel 2019 (
bron)

 

‘In de loop der jaren is Woodstock – zowel het concert als de film – voor mij een transcendent moment in mijn leven geworden – iets dat mij heel nauw verbonden heeft met mijn generatie, en wel op meerdere manieren die ik niet goed kan verwoorden en analyseren. Ik ben ervan overtuigd dat er sporen van die ervaring terug te vinden zijn in sommige wijzen van denken over mijn eigen leven en de wereld waarin we met zijn allen leven. Ik vermoed dat dit geldt voor vrijwel iedereen die destijds op Woodstock aanwezig was.


Martin Scorcese, cameraman op Woodstock ’69, in Evans (2009, B14)

  

‘Woodstock staat symbool voor alles dat misging in de zestiger Jaren. Het modderfeest van seks, drugs en muziek vertegenwoordigde een culturele revolutie die de moraal, gewoonten en manieren hebben vernietigd. Wat in Woodstock gebeurde zou later in heel Amerika gangbaar worden, zodat we kunnen stellen dat het daar getoonde radicale gedrag vandaag de dag ingeburgerd is en geaccepteerd.
De sfeer van naaktheid en onfatsoen tijdens het festival vormde de opmaat tot de teloorgang van eerbaarheid en welgemanierdheid zoals we die heden ten dage zien in de mode. Het zich verliezen in  onbeheerste lusten deed zich in Woodstock voor tot in het extreme en het schandaleuze zodat we tegenwoordig nergens meer van schrikken.
Het ergste is wel dat de geest van Woodstock spoedig overal in doordrong. De betrokken hippiegeneratie keerde het redelijke, gestructureerde en systematische de rug toe en vluchtte geheel en al in het spontane, zorgeloze en impulsieve. De cultuur van de verbeelding en de zucht naar sensatie kwam in de plaats van intellectuele inspanning en abstract denken. Mensen verwierpen discipline en zelfbeheersing en verkondigden het einde van alle regels.
[…]
Woodstock stond model voor wat Amerika uiteindelijk zou worden – een verknipte en gestoorde samenleving.


John Horvat, (2019, B23)

 

Vorige <<

>> Volgende