Terug naar >> |
Home << |
|
|
’500.000 aureolen overstralen de modder en de geschiedenis. |
|
‘Het is veel meer een vlucht van dan een vlucht naar
… deze bruisende nonconformistische jeugdcultuur. […] |
|
‘Wie werkelijk naar die contracultuur of subculturen
ziet, maar op kritische wijze, die kan geen enkele bewondering ervoor hebben.
Slechts walging en verachting. Gemengd natuurlijk met medelijden voor die
ongelukkigen die op deze wijze proberen iets van hun verbroddelde leventjes
te maken. |
|
‘Het was onduidelijk wat in de protesten prevaleerde: de behoefte aan vergroting van de mogelijkheden tot individueel genot of de op de gemeenschap gerichte hervormingsdrang. Dit is op zichzelf niets merkwaardigs. Gegeven echter het dank zij de welvaart enorm gegroeide aanbod van geluk werd de betrekking tussen hyperindividualistisch hedonisme en naar collectivistische saamhorigheid tenderende opvattingen over de gelijkheid van de individuen soms uiterst problematisch en was het moeilijk te bepalen waarheen de beweging de maatschappij wilde leiden. Maar hoe dat ook zij, de beweging of bewegingen hebben de ontwikkeling van de staat naar een van de cultuur vervreemde, bureaucratische machinerie nauwelijks gestuit.’ |
|
‘Het […]werd een soort D-Day voor de
babyboomers, die zich de Woodstock-Generatie noemden naar het festival dat op
15, 16 en 17 augustus op het land van boer Max Yasgur plaatsvond. Drie dagen
vol muziek, modder, drugs, vrije seks, naaktzwemmen en vooral lief zijn voor
elkaar. Drie dagen lang was Bethel, het kleine, dichtbij de artiestenkolonie
Woodstock gelegen dorpje, met zijn ruim vierhonderdduizend hippe bezoekers de
derde stad in de staat New York. En ofschoon gouverneur Rockefeller op
zondagochtend het festivalterrein tot rampgebied had verklaard en het door de
Nationale Garde wilde laten ontruimen, bleven de voorspelde sanitaire
catastrofes en gewelddadigheden uit. Er maakte zich daarentegen een
generationele euforie van de massa meester. […] |
|
Vorige << |