Terug naar >> |
Home << |
|
|
‘Wat achterbleef was een modderzooi. Zakken met voedsel, kleren – alles kletsnat en vergeven van de modder. Al die rotzooi om je heen – het leken wel dode lichamen. Je hebt ze vast wel eens gezien, die oude afbeeldingen op glasplaten, van opgeblazen kadavers van paarden, kanonskogels en lijken van soldaten, verspreid over de velden. Daar leek het op.’ |
|
‘Ik bleef achter om sommige verhitte gemoederen tot
bedaren te brengen. Al met al waren er twee geheel verschillende soorten
reacties. Enerzijds een acute groep van zeer luidruchtige, verontwaardigde
eigenaars van stukken land waarop mensen waren neergestreken. Deze eigenaars
maakten melding van allerhande schade die door de plunderende hordes was
aangericht. |
|
|
|
Vorige << |