‘Ik voelde me helemaal thuis in deze bijzonder vrije ruimte. In 1969 was de tegencultuur helemaal niet zo’n veilige omgeving. Veel mensen mochten je niet; ze waren vrij snel geneigd om tegen je op te treden en je te arresteren omdat je een rocker of een hippie bent. Het was dan ook een heel verfrissende ervaring om je in een vrije omgeving te bevinden zonder dat iemand je beschimpte omdat je deel uitmaakte van de tegencultuur. Van meet af aan was het zonneklaar dat dit ons eigen territorium was.’

Country Joe McDonald (& The Fish), artiest Woodstock ’69, in Lang (2009, B28)

‘Het was best wel interessant, want de helikopterpiloten waren uiteraard van de Nationale Garde. En zij waren bereid om naar Vietnam te gaan,  zij waren van die militaire types – en daar zaten we dan [in de helikopter] – als tegenpolen. Maar zodra het aankwam op het redden van levens of het verkrijgen van de juiste informatie over de drinkbaarheid van bepaald water – plotseling deden de vrije seks, het bloot en het roken van drugs, en ook het feit dat we tegen de oorlog waren, er niet toe. Kortom, ten diepste zijn we allemaal Amerikaan. Ik kan me geen moment van onenigheid herinneren.’

Abbie Hoffman, activist en bezoeker van Woodstock ’69, in Lang (2009, B28)