Terug naar >>

Alles en nog wat <<

Home <<

 

Peepshow

Een echte scherpschutter ben ik nooit geweest maar sinds ik digitaal fotografeer, hoeft dit ook niet meer. Tegenwoordig schiet ik met hagel: een kleine duizend opnamen in tien dagen. Er hiervan is altijd wel iets raak. Een beetje photoshoppen en het wordt zowaar nog heel wat. Met kunst heeft het niets te maken, wel met kunstmatig. 

 


Zadeljakhals bij een bore hole
 

Etosha Pan

Overigens is het indrukwekkende Etosha Park in zekere zin ook kunstmatig. We spreken dan wel van water holes, maar in werkelijkheid zijn het bijna allemaal bore holes. In heel het park – met een oppervlakte van half Nederland – zou nauwelijks oppervlaktewater zijn als er niet ruim 100 waterputten waren geboord. Door zonne-energie aangedreven pompen voorzien de natuurlijke en kunstmatige bekkens van water.
Van zichzelf is Etosha een steppegebied waar per jaar slechts een enkele keer een forse regenbui valt, waarna de steppe razendsnel tot bloei komt. Het water zakt echter weer snel weg waarna het weer langdurig droog is.
De uitgestrekte Etosha Pan, een centrale zoutvlakte van zo’n vijfduizend vierkante kilometer, was ooit een groot meer, gevoed door de Kunene rivier. In de loop der tijd is het meer opgedroogd tot een kale vlakte van zout en klei.

Het wilde leven in Etosha heeft zich aangepast aan kunstmatige watervoorziening. Een of twee keer per dag volgt dorstig wild de gebaande paden naar de waterplaatsen. Sommige van deze plaatsen zijn goed per auto bereikbaar. De bekendste toeristische trekpleister is Okaukuelo – Klein Zandvoort van Etosha. Hier brengen honderden toeristen vanuit de hele wereld –waaronder de nodige Aziaten – de nacht door in lodges of tenten. Er zijn hier veel voorzieningen, waaronder een groot restaurant, een postkantoor en een tankstation. En niet te vergeten een halve arena rondom de water hole.  


 

Vrijwel elke avond is het hier show time. Aan het eind van de middag stromen de toeristen toe, gewapend met camera’s en mobieltjes om het drinkritueel vast te leggen. Met name de Japanners hebben bazooka’s en kanonnen meegenomen. Menigeen is behangen met vele kilo’s fotoapparatuur. En wanneer in de schemerige verte een stoffige optocht olifanten komt aanmarcheren , stellen de slagordes op de tribune zich op. Het duurt niet lang of een spervuur van clicks, tones en peeps barst los. Het is een elektronische kakafonie, gecomplementeerd met ringtones, korte vreugdekreten en het openen van bierblikjes. Mijn camera ratelt dapper mee. 

Het wild dat achtereenvolgens acte de présence geeft, moet zich dit alles laten welgevallen. Zodra het flink geregend heeft, laten ze dan ook wijselijk verstek gaan en is er soms dagenlang sprake van no show.
Wilde dieren kennen elkaars gewoonten door en door en weten precies wat ze aan elkaar hebben. Het enige dier dat onvoorspelbaar is en daarom levensbedreigend, is de moderne mens. Henno Martin beschrijft een kudde springbokken die zich in het geheel niet om een nabije jakhals bekommerden, maar die op de vlucht sloegen toen ze van verre lucht van hem kregen. ‘Een struisvogel zag onverschillig toe hoe hyena’s naderbij kwamen, maar zodra hij mij in het oog kreeg, vluchtte hij, al was ik nog een heel eind van hem vandaan.’  

Het geringste vleugje mensengeur veroorzaakt de hoogste staat van paraatheid op de savanne. Met voldoende water en groen voor handen is de macht van dit instinct onbetwist. Maar bij droogte moet dit instinct wedijveren met de dorst. Hier, bij de waterplaats van Okaukuejo, is de tweestrijd zichtbaar tussen die afschuwelijke mensengeur en de droge keel. De mens die van nature kunstmatig is, vernietigt en koestert het leven. En het enige dat het leven kan doen is zich op instinctmatig niveau aan te passen. 

Spoedig zal het donker zijn. Maar de show gaat gewoon door. Er staan lampen aan de rand van de arena die hun schemerlicht over de waterplaats uitstrooien. Tegen half acht wordt het stiller. De meeste dieren hebben gedronken en de aanwezige mensen hebben honger gekregen. Op naar het restaurant waar je kunt kiezen tussen een kudu-steak met zoete chilisaus en een zebra-lapje met pepersaus. En voor de liefhebber een lekker wijntje of biertje erbij. Op deze safari is succes gegarandeerd.  

Na afloop lopen Trees en ik nog even langs de arena. De late night show is zojuist begonnen met in de hoofdrol twee olifanten. Aan de overkant van het water figureren een handjevol giraffen en drie zwarte neushoorns. 

De olifanten hebben zo te zien meer trek in elkaar dan in water. Regelmatig staan ze liefdevol tête-à-tête. Hun slurven omarmen elkaar. De vorm van hun kop verraadt dat het om een mannetje en een vrouwtje gaat – het voorhoofd van het vrouwtje is hoekig en dat van het mannetje is meer rond. Andere anatomische kenmerken maken genoemd sekse-onderscheid evenwel twijfelachtig. Zo is het mannetje beduidend kleiner dan het vrouwtje. En wanneer het trage liefdesspel wat intenser wordt, is bij beide dikhuiden toch duidelijk een flink aanzwellende penis zichtbaar. Bovendien is het voortdurend het vrouwtje dat de avances maakt en ze laat daarbij geen misverstand bestaan wat ze wil. Fluisterend vragen we ons af of we hier getuige zijn van een peepshow uit de gay scene.
Uiteindelijk vindt het kleinere mannetje het wel welletjes. In een traag tempo verlaat hij de waterplaats. Ook wij houden het voor gezien. Tijd om onze lodge op te zoeken.

 

 

Vorige <<

>> Volgende