Onrust

Een onmetelijke goudgele vlakte schuift langzaam onder ons door. Hier en daar onderbroken door donkere, korstige plakkaten.  Onwillekeurig doet het me denken aan het strand van Zoutelande. Vooral in de buurt van de strekdammen liggen hier en daar teerkosten in het zand. Voor de rest gaat deze vergelijking met mijn onbezorgde kindertijd geheel mank. Het strand was me vertrouwd. Het rook naar de zilte zee. Er lagen zeesterren, schelpen en een verdwaalde krabbenpoot. Samen met mijn broer Wout groef ik kanalen en bouwde ik dijken. Op de zeedijk rook het naar de zoete broodjes van bakkerij Van de Vreugde. ’s Avonds in het pension kregen we roze pudding als toetje.  Bij het geruststellende geluid van een voorbijrijdende auto op de klinkerweg naar Westkapelle gleed de avond naadloos over in de eerste droom. Voldaan en vredig in bed.

 

Maar dit? Wat moet dit betekenen? We vliegen ergens boven de grens tussen Libië en Tsjaad. Een desolate, gloeiend hete woestenij – meer kan ik er niet van maken. Daar kronkelt een rivierbedding, althans daar lijkt het op. Kurkdroog,  geen druppel water.

Vanaf tien kilometer hoogte is geen enkel teken van cultuur te bekennen. Geen enkele rechte hoek, geen fijne manieren, niets vertrouwds.

Toegegeven, op deze hoogte kan ik nog keuzes maken. Een druk op de knop en ik kan me vermaken met The Black Knight, Eurosport of Bruce Springsteen live. Ik kan ook de beelden uit mijn herinnering opdiepen van jeu de boule op het strand of de Statendam op de Westerschelde. Ik vrees echter dat dit alles slechts uitstel is.

 

Ik voel me onrustig. Ik ga naar Afrika, dat mysterieuze continent van zang en ritme, van hitte, droogte en onherbergzaamheid. Ik vrees dat ik me moet losrukken uit mijn comfort, mijn verzekerde leven, mijn geregelde dagritme, mijn regenkleding en de KRO-detective op woensdagavond. Wat voor me ligt is onbekend, onzeker en naar ik vrees ongeregeld. Al die verhalen over armoede, honger, diarree, malaria en onbegaanbare wegen! Er zal vast wel iets van kloppen en dat maakt me huiverig. Maar één ding is zeker en onweerstaanbaar: ergens in die afschuwelijke rimboe zullen we Susan treffen.

 

 

Uitzicht boven de woestijn

Donderbuien boven Tanzania