>> Terug <<

>> Home <<

 

 

 

19 maart 2020

 

Het monster

Twee dagen geleden presenteerden de ministers Wiebes, Koolmees en Hoekstra live op de televisie een noodpakket voor banen en economie. Nu de economie door de verscherpte gezondheidsmaatregelen stil begint te vallen, dreigt voor ondernemers en werknemers een grote financiële strop. Minister Wiebes gaf een globale indruk van de voorgenomen maatregelen. Het gaat hierbij grofweg om twee typen: enerzijds voorlopige steunmaatregelen en voor de hele korte termijn liquiditeitsmaatregelen ten behoeve van werkend Nederland. De andere ministers lichtten vervolgens deze maatregelen verder toe.

 

Mijn waardering voor bestuurders is altijd ambivalent geweest, maar een aspect hierbij staat wat mij betreft buiten kijf: bestuurders nemen besluiten, ze hakken knopen door. De vraag of het goede beslissingen zijn, is in veel gevallen pas achteraf te beantwoorden. Over de oorzaken, de werkzame factoren en het verdere verloop van de huidige crisis is feitelijk nog heel weinig bekend. Het besluit van vandaag kan morgen alweer achterhaald zijn. Maar ook onder dit onzekere gesternte is het slechtste wat je kunt doen: niet kiezen en niet besluiten. Al is het alleen al om angst en onzekerheid onder de bevolking te temperen. Iemand die ingrijpende besluiten durft te nemen wekt vertrouwen.

 

Al met al gaat het om een ingrijpend en kostbaar pakket met als cruciaal oogmerk het wegnemen van financiële onzekerheid bij een groot deel van de bevolking. Naast de op het oog doortastende maatregelen was het taalgebruik opvallend. De toespraken waren doorspekt met affirmaties. Zo werd tot vier keer toe benadrukt dat het kabinet ‘alles op alles’ zet.

Koolmees: ‘We zetten alles op alles om ervoor te zorgen dat bedrijven door kunnen en dat mensen hun baan en inkomen behouden. […] We laten u in deze moeilijke tijden niet in de steek. […] Dit kabinet zet alles op alles om ondernemers, groot en klein, en alle mensen die bezorgd zijn om hun baan zo goed mogelijk door deze crisis heen te helpen.’

Hoekstra: ‘Voor het kabinet geldt dat wij alles op alles zullen zetten en zullen doen wat nodig is. […] De periode die we nu met zijn allen voor de boeg hebben, zal niet gemakkelijk zijn. Het is wel bij uitstek een periode waarin we het samen moeten doen en waarin wij als kabinet alles op alles zullen zetten om deze lastige fase gezamenlijk door te komen.’

 

‘Alles op alles zetten’ – ik vind het maar een rare uitdrukking. Met een beetje fantasie kun je alles op zijn kop zetten, of alles anders doen. Maar alles op alles zetten? Kun je de hele wereld op de hele wereld zetten?

Ik heb meer met de uitdrukking ‘alle zeilen bijzetten’. Je weet dat je dan dat je als schipper al je middelen hebt ingezet en dat de snelheid dientengevolge optimaal is, maar tevens weet je dat het schip vervolgens niet nog weer harder kan.

Hoe dan ook, het uitstralen van vertrouwen door de landsbestuurders is in de huidige crisis belangrijk. Voorkomen moet worden dat mensen en masse onzeker en angstig worden. Dan kunnen er vreemde dingen gebeuren.

 

Van dit laatste getuigen de lotgevallen van de Trotten, bewoners van het eiland Trottel. Niet een of ander achtergebleven eiland, ‘maar voorgeraakt! Nergens is men zover als bij ons’, aldus Travelijn Trot die de hulp inroept van Olie Bommel en Tom Poes. Sinds jaar en dag wordt het eiland geteisterd door het monster Trotteldrom. Op spaarzame, maar gezette tijden duikt het monster op, verwoest het eiland en trekt zich dan weer terug in de Grote Grot. ‘Alles vergaat, maar het monster wandelt in de eeuwigheid.’

 

De Trotten zijn een ‘voorlijk volkje’, zo krijgen de hulpbieders Olie Bommel en Tom Poes te horen. ‘Jullie vreemdelingen zijn allemaal gelijk, verweekt en verpapt. Maar wij zijn voorgeraakt. Geen opschik. Eerlijke, gewone vormgeving, daar gaat het ons om.’ Maar op gezette tijden krijgen de Trotten een voorgevoel: het monster komt! En telkens komt dit akelige voorgevoel uit. Dan komen alle Trotten onrustig in beweging en verdwijnen eendrachtig in een achterwaartse beweging in de vluchtgaten.

Zoiets duurde nooit lang. De rotsblokken voor de uitgang van de Grote Grot vielen dan dreunend naar beneden. Te midden van stofwolken en dof gebrom kwam het ondier kronkelend te voorschijn en liet een spoor van vernieling achter op zijn pad.

Wanneer het monster zijn verwoestende werk had verricht, kwamen de Trotten weer beduusd te voorschijn. En nadat ze weer bij zinnen waren gekomen, verspreidden ze zich weer over het eiland om vol goede moed met de wederopbouw te beginnen.

 

Tom Poes vindt uiteindelijk de oorzaak van dit mysterie. De vluchtgangen van de Trotten komen uit in de Grote Grot. De achterwaarts vluchtende Trotten en het voortrazende monster blijken één en dezelfde te zijn.

'Het m-monster,' sprak hij met dunne stem. 'Ik bedoel: Trotten! Het monster bestaat uit Trotten, bedoel ik, als je begrijpt wat ik bedoel! Hoe kan dat?' [...] 'Wij begrijpen het niet,' sprak de voorste bekommerd. 'De meerderheid hier heeft ontdekt, dat wij zelf het monster zijn. Hoe kan dat? Wij zijn een voorgeraakt volk, eendrachtig en eensgezind. En nu dit! Hoe komen we zo gek?' 'Hm,' zei Tom Poes. 'Dat komt door al die eendracht, denk ik. Een menigte wordt altijd een monster ...'

 

Deze wijze les van Maarten Toonder geldt voor elk nijver volkje, ook voor ‘nijvere’ Nederlanders. We zijn gevoelig voor sentimenten die in de lucht hangen. Het best verkopende nieuws is slecht nieuws. De meest profijtelijke politiek lijkt tegenwoordig die welke appelleert aan vreemdelingenangst en vermeende volkswoede. We zijn voorlijk in ons mediagebruik. Onder dit gesternte ligt angstige eendrachtigheid op de loer, getuige het bijna onweerstaanbare hamstergedrag.

In crises als deze is een stabiel evenwicht uiteraard ver te zoeken. In het ergste geval gaan meutes angstig samendrommen, met als risico een verschrompeling van de culturele en politieke ruimte. Vertrouwen in bestuurders, maar bovenal vertrouwen van de burger in het eigen incasseringsvermogen, uithoudingsvermogen en verdraagzaamheid  kunnen ons behoeden voor de catharsis van het zelfgevormde monster.


Tom Poes en het Monster Trotteldrom, als stripverhaal in de Volkskrant, 1964. Bron: Catawiki

 

>> Terug <<

>> Home <<