>> Terug <<

>> Home <<

 

 

 

16 maart 2020

 

Euforie voor een dag


De Wereld Draait Door - v.l.n.r. Matthijs van Nieuwkerk, Rutger Bergman, Barbara Baarsma en Mark Rutte. Bron: Gids.tv 
Onmiddellijk na de avondlijke mediatoespraak van premier Rutte werd deze becommentarieerd in De Wereld Draait Door. Lof alom. Oud-politicus Felix Rottenberg: ‘Ik vind hem echt een staatsman, ... doordat je vertrouwen in Rutte hebt, heb je ook vertrouwen in alle experts.’ Historicus Rutger Bregman: ‘Ik vind het echt indrukwekkend, … , we worden als volwassenen toegesproken met de feiten.’ Econoom Barbara Baarsma: ‘Zijn verhaal is waarachtig en komt uit het hart, maar is doordrenkt met feiten en dat maakt het zo krachtig.’ De algemene teneur was: het kabinet staat naast ons in deze gure omstandigheden en laat ons niet in de steek. We doen alles wat nodig is. ‘We zetten alles op alles.’ Gezamenlijk was men het erover eens dat het kabinetsplan van groepsimmuniteit goed in mekaar stak. ‘Door ziek te worden help je de ander’, aldus Baarsma. daarbij refereerde ze aan de uitspraak van de premier van het zwaar getroffen Italië: ‘We nemen afstand van elkaar opdat we elkaar straks beter in de armen kunnen sluiten.’

 

Ook lof voor Nederland en de Nederlanders. Rottenberg: ‘De Nederlanders zijn heel solidair, …, een klimaat waarin solidariteit centraal staat en niet narcisme en egocentrisch denken. Daar zijn Nederlanders over het algemeen vrij goed in.’ Bergman benadrukt dat we in een ‘sociaal sterk land leven’ met een ‘groot vertrouwen in sociale instituties’. Hulde voor de NOS en voor de mensen in de zorg. ‘Vergeet niet: rampen en crises halen het beste in mensen naar boven’. ‘Er is een overweldigende meerderheid van mensen die iets voor elkaar wil doen’.

 

Al met al vormen de huidige omstandigheden met allerlei particuliere initiatieven uit onverwachte hoek een ideale vruchtbare bodem voor creativiteit en inventiviteit. Per slot van rekening schreef Shakespeare King Lear ‘toen hij in quarantaine zat voor de pest.’

‘Dit gaat een enorm scheidspunt in de tijd worden.’ Het zal zelfs een voedingsbodem zijn voor een grondige maatschappelijke hervorming. Destijds zei premier Den Uyl tijdens de oliecrisis: ‘Nederland zal nooit meer hetzelfde zijn na de oliecrisis. We zullen eraan moeten wennen aan een soberder leven. Bregman: ‘Het is een historisch gevoel dat je erbij krijgt, de kern van het gevoel is: er is geen links of rechts in Nederland, jong of oud, randstedelijk of Deventer, …, we zijn vandaag allemaal Nederlanders.’ Geen partijpolitiek, de eenheid is belangrijker dan je eigen politieke puntje scoren.

 

Net voordat de euforie ging ontaarden in wat schrijver Brian Aldiss ooit de cosy catastrophy (de gezellige catastrofe) had genoemd, kwam Baarsma met wat relativerend tegengif. Nu is het allemaal nog nieuw en uitdagend, maar op een gegeven moment wordt het hartstikke vervelend en zijn mensen er helemaal klaar mee. ‘En ook dan moeten we elkaar vasthouden.’ Rottenberg: ‘Kunnen we niet alleen de mensen het gevoel geven dat we voor ze klaar staan, maar kunnen we dat op de lange termijn ook waarmaken?’ Baarsma: ‘Nu voel ik vertrouwen’. Maar, zo vraagt ze zich af of we dat vertrouwen kunnen waarmaken . Daarom moeten we vandaag ‘alles op alles zetten’.

 

Tegelijk met de prachtige voorbeelden van hulpvaardigheid en ander altruďstisch gedrag bemerk ik ook paniek om me heen, hamsteren en andere vormen van irrationeel handelen. Ook bij mezelf. Hoewel ik op termijn graag wil behoren bij de ‘verdedigende muur’ van de groepsimmuniteit, kijk ik wel ongemerkt verontrust op bij een hoestend individu in mijn omgeving.

Mensen die door het virus ziek zijn geworden en nu weer genezen verklaard, worden geweerd bij huisartsen, verjaardagen en andere bezoeken. Het lijkt erop dat zij voor even de nieuwe kaste der onaanraakbaren zijn geworden. Een crisis brengt het beste in de mens naar boven, maar ook het slechtste.

 

En na de crisis? Zal Nederland nooit meer hetzelfde zijn na de coronacrisis. Komt die noodzakelijke maatschappelijke hervorming er? Gaan we wennen aan een soberder leven? De les van de oliecrisis is in dat opzicht niet hoopgevend. Maar wellicht komt dit omdat deze crisis kort en mild was. Vrij snel en gemakkelijk hadden we de oude draad weer opgepakt. De wereld veranderde niet ingrijpend en we hoefden onze verworvenheden nauwelijks prijs te geven. De afloop van de recentere kredietcrisis heeft evenmin voor een rechtvaardiger wereld gezorgd. ‘Vóór de financiële crisis van 2007 steeg het aandeel in het totale inkomen van de rijkste 1 procent in de VS van 9,4 procent in 1980 tot een adembenemende 22,6 procent in 2007. En sindsdien is het alleen maar erger geworden. Sinds 2009 is de ongelijkheid zelfs nog sneller toegenomen dan voor de financiële inzinking van 2008. In 2015 bedroeg het gecombineerde vermogen van ’s werelds 62 rijkste individuen naar schatting evenveel als dat van de onderste helft van de wereldbevolking – 3,5miljard mensen.’ Aldus Mariana Mazzucato in The Value of Everything (2018), onder verwijzing naar het artikel An Economy for the 99% (2017) van Oxfam.

 

Er zijn mensen die geneigd zijn een crisis, ramp of oorlog als noodzakelijk kwaad te zien. Friedrich Nietzsche had hier een handje van. Hij had een afkeer van medelijden, rechtvaardigheid en democratie; zijn voorliefde betrof het verhevene, het immense en het gewelddadige: ‘het geweld geeft het eerste recht’. Oorlog beschouwde hij als de ‘vader van alle dingen’. Voor Nietzsche stond het geslaagde leven van de enkeling (de ‘scheppende mens’) centraal, ook wanneer dit ten koste gaat van de massa (de ‘blinde mollen van de cultuur’). 

 

Dergelijke denkbeelden hebben mensen geďnspireerd tot fundamentele cultuurkritiek en tot een rigoureus streven naar culturele omwenteling. Zo was er aan de vooravond van de Eerste Wereldoorlog in bepaalde kringen sprake van onversneden oorlogsenthousiasme. Net als nu heerste aan het begin van de twintigste eeuw in grote delen van Europa een relatieve maatschappelijke rust. De belle epoque was een periode van handel en welvaart, van bloei van kunst en wetenschappen. Desondanks heerste er in kringen van kunstenaars, wetenschappers, occultisten en futuristen grote onvrede. De rust had de mens gezapig gemaakt, was de overtuiging. ‘Europa is ziek van oude erfkwalen en wil gezond worden, daarom wil het deze verschrikkelijke bloedtocht. Om reiniging wordt de oorlog gevoerd en het zieke bloed vergoten’, aldus de kunstschilder Franz Marc.

 

In kringen van intellectuelen en kunstenaars heerste de overtuiging dat het leven in het moderne, individualistische en materialistische Europa verziekt was, dat wil zeggen ver afgedwaald van haar menselijke essentie. De oorlog zou deze essentie – gemeenschapszin en saamhorigheidsgevoel, maar bovenal een de grootsheid en meeslependheid van de strijd om het bestaan – weer herstellen. Duizenden wetenschappers in Duitsland, Engeland en Frankrijk hadden pamfletten ondertekend waarin werd gesteld dat de oorlog ten diepste ging om het behoud van de Europese beschaving. Filosoof en socioloog Georg Simmel meende dat er uit de oorlog een ‘nieuwe mens zou worden geboren’. Zelfs zijn alom gerespecteerde collega Max Weber noemde de oorlog aanvankelijk ‘groot en wonderschoon’, ongeacht de uitkomst. Hier zou hij overigens al spoedig op terugkomen.

 

Een moderne aanhanger van het idee van een reforming catastrophe is futuroloog Ben Veltenaar. In de huidige tijd van economische en ecologische ontwrichting hebben we een crisis nodig ‘die groter is dan wijzelf’, zo stelt hij. Alleen daardoor kunnen we fundamenteel veranderen. Ooit heb ik een voordracht van hem bijgewoond waarin hij het failliet van de neoliberale maatschappij verkondigde: ‘Niet ego maar eco’; ‘van een ik- naar een wij-samenleving’; ‘van neoliberalisme en meritocratie naar samenleven’. En ook het huidige onderwijs had een grondige heroriëntatie nodig: niet opleiden maar ‘je potentieel vinden’;

 

In de leunstoel met een biertje bekt zoiets best lekker, maar ik vrees dat op den duur met een laffe nasmaak zit. Het gemak waarmee we dit soort uitspraken debiteren is verdacht. Datzelfde geldt voor het gemak waarmee ik beweer dat ‘een crisis het beste in de mens naar boven haalt, maar ook het slechtste’. We hebben allemaal de neiging om dergelijke uitspraken veel te vroeg te doen – te snel en te lyrisch. Alsof het bezweringen zijn – affirmaties om onszelf wijs te maken dat het zo’n vaart niet loopt en dat het vast wel ergens goed voor is.

We kunnen de werkelijke betekenis van deze woorden niet bevatten zolang we het niet aan den lijve hebben ervaren. Ik vrees dat de offers die we hiervoor moeten brengen wel eens zo groot kunnen zijn dat we op den duur van onszelf walgen dat we ooit enthousiast dergelijke boekenwijsheden hebben kunnen verkondigen.

 

Het duurde heel lang voordat de Eerste Wereldoorlog zijn ‘vruchten’ had afgeworpen. De Spaanse griep was er mede debet aan dat een generatie jonge mannen was weggevaagd. Het lot had de achterblijvers geslagen met onbeschrijflijk leed – honger, ontheemding, waanzin. De Europese mogendheden waren in een grote economische recessie beland. Het duurde ruim 5 jaar voordat de internationale handel zich had hersteld – in 1924 waren in de meeste landen de inkomens weer op het niveau van 1914. De Verenigde Staten hadden de economische en militaire wereldhegemonie van Engeland overgenomen. En met de Volkerenbond had een deel van de wereld een eerste overlegorgaan, zij het vrij tandeloos. In 1929 werd alle hoop op een wereldwijd economisch herstel de grond in geboord. De Grote Depressie brak aan. Het was een miserabele tijd. De aanloop tot de Tweede Wereldoorlog was allesbehalve vredelievend. Tel uit je winst.

Desondanks schrijft Ian Morris in Verwoesting en Vooruitgang – op goede, historische gronden: ‘Oorlog heeft de wereld veiliger en welvarender gemaakt, maar dat is een uitermate bloedig proces geweest. Omdat oorlogen wel degelijk positieve gevolgen hebben gehad, moeten we echter onder ogen durven zien dat al die slachtoffers en al dat lijden niet voor niets zijn geweest.’

 

Ongetwijfeld zal er ook nu iets in de wereld veranderen en dat is – zoals onder meer Veltenaar indringend heeft aangegeven – op sommige punten eigenlijk ook wel nodig. Hier en daar lijkt het me goed dat ons voorlopig een halt wordt toegeroepen. Een beter soort rentmeesterschap voor de aarde lijkt me wenselijk. Maar voorlopig kunnen we nog van een comfortabele afstand deze beginnende crisis bekijken. En wat blijkt? Iedereen ziet erin wat hij erin wil zien – uiteenlopend van een definitieve catastrofe of een keiharde, ongecultiveerde les in nederigheid tot en met een aanstaande nieuwe wereld en de geboorte van een nieuwe mens. Maar wanneer de crisis eenmaal in volle gang is en de wereld in ellende heeft gedompeld, hebben we wel wat anders aan ons hoofd dan lichtvoetige vergezichten.

Laten we hopen dat het lot ons gunstig gezind is en de prijs voor zo’n verhoopte nieuwe wereld of mens niet al te hoog zal zijn.

 

 

 

>> Terug <<

>> Home <<